Engelse versie van deze site 14px  16px  17px  18px

De slakkenval.

Inleiding.
Zoals ieder jaar tijdens de zomerperiode het geval was mocht ik ook nu weer op een huisdier van de familie passen. Een hagedis in dit geval. Voor de kenners: het betrof een baard agaam. In tegenstelling tot eerdere jaren kreeg ik er deze keer te weinig levend voer bij geleverd. Waren ze niet meer aan toe gekomen, was het excuus. De betreffende larven moest ik zelf maar halen bij de dieren speciaalzaak. Daar ga je dan maar weer, met je goeie gedrag. Rondlopend in de bedoelde winkel kwam ik langs de aquarium afdeling en de diverse bakken bewonderend sprong er geheel onverwacht een vonk over. Ik zag ineens mijn eigen tropisch aquarium weer voor me dat ik tijdens mijn jeugdjaren bezat. Dat was ondertussen alweer zo'n 35 jaar geleden weggedaan. Waarom zou ik het opnieuw proberen of waarom juist niet? De voors en tegens tegen elkaar afwegend viel enige tijd later het besluit om deze uitdaging het hoofd te bieden. Herinneringen aan de soms harde strijd tegen voortwoekerende algen van allerlei soort, aan vissterfte, aan kapotte luchtpompen en meer van dat soort ellende vormden een te verwachten hindernis. Die moest eerst genomen worden. Toen dat gelukt was begon een zoektocht naar een geschikte bak. Om een lang verhaal wat in te korten: uiteindelijk stond het 350 liter aquarium op zijn plek in de woonkamer en kon het avontuur weer beginnen. En daar.... heb ik veel van geleerd.
 

Wetteloosheid eist slachtoffers.

Het opvallende verschil met zoveel jaren geleden was wel de toegenomen hoeveelheid beschikbare hulpmiddelen, de technische verbeteringen aan de randapparatuur en de kennis van zaken. Ook wat betreft de bestrijding van algenplagen is de aquariaan van nu beter gewapend dan destijds. Echter, één ding was herkenbaar hetzelfde gebleven: de enorme aantallen slakken die, als vanuit het niets een opstartend aquarium bevolken. Ondanks schoonspoelen blijken op de gekochte aquariumplanten vaak toch nog eitjes te zitten van waterslakken, die na enige tijd uitkomen. En voor je het weet heb je meer slakken dan vissen in je onderwaterwereld rondkruipen. Aangezien een opstartend aquarium zijn bacterie culturen nog niet op volle sterkte heeft krijgen diverse vormen van vervuiling een kans om de orde te verstoren. De bedoelde bacteriën hebben als taak om schadelijke stoffen zoals nitriet en ammoniak om te zetten in stoffen die voor de waterplanten als voeding dienen. Een heel ingewikkeld verhaal, deze stikstofkringloop, waarin ik mij dankzij het internet grondig heb kunnen verdiepen. Maar in grote lijnen komt het hier wel op neer. Deze bacteriën hechten zich aan vaste materialen. Bijvoorbeeld in een filterpomp op het filtermateriaal waar zij een constante stroom water met voedingsstoffen en zuurstof toegevoerd krijgen. Volgens de kenners kan het wel tot een jaar lang duren voordat er een evenwichtsituatie is ontstaan waarin de bacterie bevolking in een aquarium de schadelijke afvalstoffen, grotendeels door de vissen geproduceerd, omzetten in nuttige voedingsstoffen voor de planten.

Wat ik o.a. van dit alles heb geleerd is dat er in de natuur altijd een evenwichtsituatie moet ontstaan om het leven sowieso mogelijk te kunnen maken. Wordt dit natuurlijke evenwicht verstoord, waar ook ter wereld, zowaar dan zijn o.a. bevolkingsexplosies van bepaalde diersoorten het gevolg. Diersoorten die op hun beurt weer uitbraken van epidemieën op hun geweten hebben. Dit overdenkend begon het tot me door te dringen welk een zegen de uitvinding van het rioleringssysteem is voor onze “beschaving”. In een TV programma over oude beschavingen/oude volken hoorde ik iemand uitleggen dat er ooit in een ver verleden een (inmiddels verdwenen) beschaving bestond die al een vorm van riolering kende. Waarop vervolgens de Romeinen dit voorbeeld volgden. De vele bewijzen daarvan zijn (mede dankzij opgravingen) nog steeds te bewonderen. Echter, na het instorten van het staatkundige Romeinse rijk keerde de mensheid weer terug naar primitieve tijden. Zodat eeuwenlang de bevolkingen van de Europese steden zichzelf vervuilden met hun eigen uitwerpselen. De stank van een stad als Parijs was dan ook enkele kilometers verderop nog te ruiken. Ook de rijke stinkerds in hun dure paleizen en kastelen leefden in de stank van hun eigen uitwerpselen. Onvoorstelbaar.

Om een lang verhaal samen te vatten: de plagen die enkele malen de Europese bevolking stevig uitdunden waren domweg het gevolg van deze onhygiënische toestanden. Want waar vuil zich ophoopt ontstaat een voedingsbron voor allerlei “ongedierte”. De muizen, ratten, vlooien, bacteriën die zich massaal konden vermenigvuldigen, plus het feit dat de noodzaak van zoiets simpels als handen wassen niet werd erkend deden de rest. Het is dan ook niet voor niets dat het Joodse volk in de eerste bijbelboeken vele aanwijzingen van God ontving om het tentenkamp schoon te houden en om diverse hygiëneregels in acht te nemen!

 

Het loon van de vraatzucht is....

slakkenvalOndertussen zag ik in mijn aquarium de slakkenbevolking snel groeien. Zo snel zelfs dat deze rommelopruimers bij gebrek aan voedsel ook de (gezonde) waterplanten op het menu hadden gezet. Dat kon ik niet waarderen en de noodzaak van een radicale ingreep diende zich aan. Om het verhaal al weer korter te maken: in de dierenspeciaalzaak kocht ik een slakkenval, zoals hierbij getoond. Het geniale van deze eenvoudige constructie zit 'm in het feit dat er gebruik wordt gemaakt van (zoals bij bijna alle vallen) het eigenbelang van het te vangen dier. Dat eigenbelang is: voedsel. De natuur leert ons dat het voortbestaan van de soorten niet in de laatste plaats berust op het vinden van (genoeg) voedsel. Geen voedsel? Een massale sterfte is het gevolg. Bij een overvloed aan voedsel kunnen we echter rekenen op een (onnatuurlijk) grote groei van de bevolking. De diverse muizen/rattenplagen die sinds mensenheugenis de mensheid hebben geteisterd getuigen daarvan. In de gebruiksaanwijzing van de val werd gemeld dat de slakkenval bij voorkeur 's nachts op de bodem geplaatst dient te worden. Met in het centrum een voedertablet die d.m.v. een soort van dopje met gaatjes op zijn plek wordt gehouden. De truc is dat de geur van deze tablet via die gaatjes en via de lamellen (aan beide zijden van de val zichtbaar) door het aquariumwater wordt meegenomen. De slakken komen vervolgens op de geur af en kruipen onder de openklappende lamellen de val binnen. Eenmaal in de val klappen die lamellen weer naar beneden en... versperren de terugweg. De slakken kunnen, voor zover ze er bij kunnen, zich nog wel te goed doen aan de voedertablet maar.... hun lot is bezegeld.
Als het licht weer aan is kan de val verwijderd worden en de slakken ondergaan vervolgens het loon voor hun vraatzucht: de dood. Omdat ik ze niet onnodig wilde laten lijden vond ik een manier om ze snel onschadelijk te kunnen maken. Inmiddels is het noodzakelijke natuurlijke evenwicht (plantenbestand, vissen, bacteriecultuur etc.) zodanig dat de slakkenbevolking niet meer zo explosief groeit. De natuur heeft het overgenomen.

 

Het loon dat de zonde geeft is....

Dit hele proces bleek overigens een leerzame levensles te zijn. In Romeinen 6:23 lezen wij namelijk: “Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here.” De zonde is als een slakkenval. Toen de satan de mens tot zonde verleidde in de hof van Eden deed hij een beroep op het eigenbelang, de hebzucht, de zucht naar macht en aanzien zoals die ook tot op de dag van vandaag het zondige gedrag van de mensheid bepalen. In Genesis 3:6 lezen we: “En de vrouw zag, dat de boom goed was om van te eten, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, dat de boom begeerlijk was om daardoor verstandig te worden, en zij nam van zijn vrucht en at, en zij gaf ook haar man, die bij haar was, en hij at.” De slakkenval klapte dicht en de mens kon sindsdien niet meer aan de zonde ontsnappen. Zo bleek de slakkenval een zondeval te zijn. Bij begane zonden klapt die slakkenval dicht en er is geen ontkomen meer aan. Gevangen, als gevolg van de zondige begeerten, in velerlei soorten en maten. Jacobus 1:13-15 is daar duidelijk over: “Laat niemand, als hij verzocht wordt, zeggen: Ik word van Godswege verzocht Want God kan door het kwade niet verzocht worden en Hijzelf brengt ook niemand in verzoeking. Maar zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuiging en verlokking zijner eigen begeerte. Daarna, als die begeerte bevrucht is, baart zij zonde; en als de zonde volgroeid is, brengt zij de dood voort.” Een hopeloze situatie, waarin miljarden zondige mensen zich bevinden.

 

Niemand komt tot de Vader....

Echter, er is een uitweg, er is een mogelijkheid om uit de slakkenval te ontkomen. Deze laatste zin zal ik nog eens herhalen met een kleine aanpassing: echter, er is één uitweg, er is één mogelijkheid om uit de slakkenval te ontkomen. Slechts één mogelijkheid. Maar dat is genoeg. In Joh. 14:6 zegt Jezus van Zichzelf: “Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.” Door Zijn overwinning op Golgotha heeft Jezus de macht ontvangen de zondige mens uit zijn slakkenval te verlossen en van de vloek van de zonde, zo lezen wij in Joh. 1:12: “Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven.” In een van zijn brieven schrijft deze Johannes: “Mijn kinderkens, dit schrijf ik u, opdat gij niet tot zonde komt. En als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige; en Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld” (1 Joh. 2:1-2). Voor die der gehele wereld, het staat er echt!

In 1 Joh. 5:19 lezen we echter dat die gehele wereld andere plannen heeft: “Wij weten, dat wij uit God zijn en de gehele wereld in het boze ligt”. In andere woorden beschrijft Jezus deze duistere realiteit in Joh. 3:19-20: “Dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is en de mensen de duisternis liever gehad hebben dan het licht, want hun werken waren boos. Want een ieder, die kwaad bedrijft, haat het licht, en gaat niet tot het licht, opdat zijn werken niet aan de dag komen”.
Vele verloren zondaren vinden dus niet dat zij gevangen zitten in hun slakkenval, vinden het daarom flauwekul om hun leven te beteren en vergeving te vragen voor hun zonden. En willen niet beseffen in wat voor een hopeloze situatie zij zich zullen bevinden als hun slakkenval gesloten blijft. Zij kijken rond door de transparante wanden van hun slakkenval en stellen vast dat zij niet achter dikke muren gevangen zitten. De doorzichtige wand van hun slakkenval zien zij echter niet en zij merken daardoor niet op dat zij zijn afgescheiden van het leven, van het eeuwige leven. En dat hun lot is bezegeld, zoals Johannes de doper al liet weten in Johannes 3:36: “Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem”.
Over het uiteindelijke lot van deze mensen zegt Openbaring 20:13-15: “En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gaven de doden, die in hen waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken. En de dood en het dodenrijk werden in de poel des vuurs geworpen. Dat is de tweede dood: de poel des vuurs. En wanneer iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek des levens, werd hij geworpen in de poel des vuurs.” Het vreselijke lot van hen die uiteindelijk uit hun slakkenval worden gehaald om in de tweede dood te worden geworpen is terecht.
Talloze keren hebben zij de klop op de deur van hun hart genegeerd. We lezen hierover in Openb. 3:20: “Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.”

We lezen in Col. 2:13-15: “Ook u heeft Hij, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en onbesnedenheid naar het vlees, levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijtschold, door het bewijsstuk uit te wissen, dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde. En dat heeft Hij weggedaan door het aan het kruis te nagelen: Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd”. Na al deze moeite, het lijden en de verzoekingen die Jezus vrijwillig heeft doorstaan en na Zijn lijden en sterven op Golgotha (waarbij Hij dus de satan en zijn hele legermacht heeft verslagen) bestaat er in de ogen van de Vader geen grotere zonde dan wanneer zondaren onverschillig en spottend hun schouders ophalen om al deze moeiten!! Om vervolgens hardnekkig door te gaan met hun zondige leven. En dat niet omdat al deze stakkers niet beter zouden weten. Want zoals de naam van deze site al doet vermoeden: geloven doen we allemaal! We weten het allemaal, we beseffen het allemaal, maar.... we willen het niet allemaal weten.

 

Slechts één heeft de sleutels.

Het is alleen Jezus die, wanneer Hij in ons leven is binnengelaten, de slakkenval kan openen en ons kan verlossen van de vloek van de zonde. De wereld die in het boze ligt heeft echter een massa andere “verlossers” bij elkaar geveegd. Ook hier heeft de apostel Johannes iets over te melden in 1 Joh. 4:1: “Geliefden, vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan”. Vrijwel iedere religie heeft zijn “messiassen” in de vitrine staan. Jezus mag echter niet Gods Zoon zijn. Of Hij is slechts een van de “verlichte” profeten, zodat Hij op dezelfde plank wordt gezet als ene Mohammed, Boeddha, Shiva, David Koresh of welke andere mislukte verlosser al die verloren zondaren bij elkaar geraapt mogen hebben. Dat Jezus Christus de enige weg tot de Vader is wil men dan ook niet horen. De bijbel is daarentegen duidelijk genoeg over Jezus' identiteit. Dit feit is een gruwel voor al deze vijanden van het evangelie. Ook dat Jezus bijvoorbeeld in Matth. 28:18 tegen Zijn discipelen heeft gezegd: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde” wordt hondsbrutaal genegeerd.
De apostel Johannes zag na jaren zijn meester terug toen Die hem verscheen op het eiland Patmos. We lezen dat in Openb. 1:17-18: “En toen ik Hem zag, viel ik als dood voor zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zeide: Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de laatste, en de levende, en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk”. Dat kan niemand Hem nazeggen, niemand van de hierboven genoemde nep “verlossers”.

Het is alweer jaren geleden. Een pinkstervoorganger sprak destijds een paar keer per jaar bij ons in de gemeente. Bij een van die gelegenheden vertelde hij ons dat hij naar aanleiding van een voorval zijn vrouw als grap vermaande met de woorden: “Vrouw, vrouw, wat zou Mozes hier van vinden?” Waarop zij heel gevat antwoordde: “Mozes is dood maar Jezus leeft”. En zo is het. Mozes leeft weliswaar voort in de hemel maar in deze natuurlijke wereld is hij niet meer aanwezig. Echter, ook Boeddha, Shiva, Lou de palingboer en al die andere bijdehande selfmade verlossertjes zijn dood en nog steeds gevangen in hun slakkenval. De nog levende “verlossers” zullen gegarandeerd diezelfde weg naar de eeuwige dood volgen.
En daarom herhalen wij nog maar eens wat Jezus van Zichzelf getuigde in Joh. 14:6: “Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.” Iedere andere weg is een weg naar de eeuwige dood.

 
Spreuk:
Het evangelie is veel te ingewikkeld voor volwassenen.
Alleen een kind kan het begrijpen.
(naar Matthéüs 18:3)

P.S.
If you want to translate this page into your own language: please visit https://translate.google.com where you can choose your language.
Bronvermelding