Het gebeurde ergens tijdens de jaren '70 van de vorige eeuw. In de gemeente waarin ik destijds opgroeide
kwam zo nu en dan een bekende evangelist preken. Bij tijd en wijle had hij een tafel vol boeken, traktaten,
christelijke tijdschriften en dergelijke bij zich. Wie in zijn eigen kerk of gemeente wel eens een boekentafel
heeft doorgesnuffeld weet waar ik het over heb. Zo kon het gebeuren dat de evangelist in kwestie op een
zekere zondagmorgen ook een lading stickers bij zich had. Stickers met teksten zoals: “Één
weg! Jezus!” en dergelijke. Ze bleken speciaal gemaakt te zijn om op autoruiten geplakt te worden.
Met veel ijver en marktkoopmanskunsten werden deze stickers aangeprezen. “Deze stickers zijn zo
geweldig goed”, kregen we te horen, “dat ze gegarandeerd blijven zitten tot de wederkomst!”
Aangemoedigd door de aangeprezen duurzaamheid kochten wij er een paar, waarna enkele exemplaren van deze
“wederkomst bestendige” stickers hun definitieve bestemming vonden op de auto die mijn ouders
destijds rijk waren.
Je voelt hem al aankomen: onder andere de gebruiksslijtage was er mede schuldig aan dat deze auto ruimschoots
voor de wederkomst uit ons leven verdween. Inclusief de, ondertussen al behoorlijk verweerde, “wederkomst
bestendige” stickers. Slechts de foto's van en de herinneringen aan ons autootje bleven achter.
Vele jaren zijn ondertussen verstreken en nog steeds zijn velen van mening dat de wederkomst van Jezus
iedere dag zou kunnen plaatsvinden. En wat deze evangelist destijds als grapje bedoelde is voor massa's
christenen een bloedserieuze zaak, iets waar men dagelijks naar staat uit te kijken. Voor deze op hol
geslagen “wederkomst manie” werd in 2 Thess. 2:1-4 door de apostel
Paulus al gewaarschuwd: “Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking tot de komst van onze
Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust
verkeert, hetzij door een geestesuiting, hetzij door een prediking, hetzij door een brief, die van ons
afkomstig zou zijn, alsof de dag des Heren (reeds) aanbrak. Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook,
want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander,
die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet,
om aan zich te laten zien, dat hij een god is”.
Ook door een schrikbarend slechte bijbelkennis heerst er veel onwetendheid over het verloop van de eindtijd.
Een eindtijd die ondertussen (in het jaar 2020 en daarna) de wereld in zijn greep heeft gekregen. Waarover
verderop meer. Wat het allemaal nog erger maakt zijn de legerscharen eindtijdprofeten en Nostradamus
look alikes die er met veel ijver en toewijding hun vermeende profetische gaven op hebben losgelaten.
Ook hele legerscharen “bijbelwetenschappers”, “bijbelleraren” en soortgelijke
“deskundigen” die meenden er hun theologische wetenschap een goede dienst mee te bewijzen
hebben zich er al over gebogen, met wisselend resultaat.
Veel bijbeluitleggers zijn uiteraard bijzonder benieuwd naar de betekenis van Openbaring voor de tijd
waarin wij nu leven. Dat is een opvallend menselijk trekje, dat mijzelf dus ook niet vreemd is. Vandaar
mijn keuze om het “tijdschema” van de eindtijd in tabelvorm (en dus overzichtelijk) weer te
geven, waarin ook wordt aangegeven in welk stadium van al deze ontwikkelingen wij ons nu bevinden. Tenminste,
wat de hoofdlijnen betreft. Echter, het is en blijft een samenvatting.
Verder is het boek Openbaring geen chronologische weergave van de gebeurtenissen. Wat overigens in 2020 plotseling over de wereld kwam (de Corona “crisis”) wordt in Openbaring wel degelijk (zij het in beelden) beschreven, gevolgd door de volgende fase waarin de satan een poging wil doen om het Koninkrijk Gods op aarde aan te vallen (tijdens de periode van de antichrist). Ergens daartussen zal eerst nog de tijd van de late regen plaatsvinden (Joël 2:23 en Jes. 60:1-2) waarin de zonen Gods worden geopenbaard. Het al genoemde Corona sprookje is dan ook, precies zoals men van de vader der leugen kan verwachten, niets anders dan een stroom van leugens die door middel van het propagandamiddel “nieuws” over de wereld werd en wordt uitgebraakt. En vrijwel alle stervelingen op de wereld geloven deze stroom leugens. Als gehersenspoelde zombies. Helaas zijn ook veel kinderen Gods met blindheid geslagen, terwijl zij ondertussen beter hadden moeten weten. Als de satan wil overheersen en onderdrukken is angst zijn wapen. Dat is aan het gedrag van de mensen dan ook duidelijk te merken.
In grote lijnen geeft het nu volgende het verloop weer van de in Openbaring beschreven eindtijd:
Gebeurtenis: | Uitleg: |
---|---|
![]() Eerste zegel (Openb. 6:1-2). De ruiter op het witte paard. Dit is Jezus Christus, die alle macht in hemel en op aarde heeft ontvangen van de Vader. Jezus Christus is daarom dé hoofdrol-speler in het bijbelse verslag van de ondergang van de satan en diens rijk. |
Over deze eerste ruiter lopen de meningen ver uiteen. Omdat deze ruiter wordt gevolgd door de drie
andere ruiters waarvan algemeen wordt aangenomen dat ze verkeerde bedoelingen hebben (en dat hebben ze
inderdaad!), nemen nogal wat “bijbeluitleggers” gemakshalve ook maar aan dat deze eerste ruiter
op zijn witte paard daarbij hoort. De zeven zegels worden echter in een chronologische volgorde
geopend, waarbij de opening van het eerste zegel al ver achter ons ligt. Bovendien is wit in de
bijbel wit en geeft de zondeloosheid weer. Als de satan zich voordoet als een engel des lichts,
is hij dat niet, het is een leugen en de leugen is nooit wit! Het gaat hier dan ook beslist niet
om de antichrist, zoals er wordt beweerd. Deze ruiter is Jezus Christus, die het Koninkrijk Gods weer
op aarde vestigde door Zijn overwinning op Golgotha over de satan en diens legers. Het boek Openbaring
beschrijft in beelden wat er nadien gebeuren zal. De vestiging van het Koninkrijk Gods op aarde en de
uitbreiding ervan door de prediking van de apostelen en al hun opvolgers hadden onvermijdelijk de woede
van de satan en zijn handlangers tot gevolg. De drie ruiters die na Jezus Christus op dit strijdtoneel
verschijnen hebben daarom van de satan de taak gekregen om de evangelieverkondiging en de uitbreiding
van Gods Koninkrijk op aarde tegen te werken. De gevreesde antichrist verschijnt echter pas eeuwen later
op het strijdtoneel. Als sterfelijk mens heeft die overigens slechts een zeer “beperkte houdbaarheid!” In een tekst voor tekst uitleg van het boek Openbaring las ik eens: “De ruiter op het witte paard en de andere ruiters trekken tezamen uit.” Die uitleg geeft echter een vertekend beeld van de situatie. De vier ruiters trekken niet samen op of uit, ze worden één voor één voorgesteld als de hoofdrolspelers in het verloop van de eindtijd. Uiteraard staan de laatste drie ruiters in dienst van de satan. Ze zijn echter tegenstanders en dus vijanden van de ruiter op het witte paard. Van een tezamen uittrekken is dan ook geen enkele sprake! Een aanwijzing hiervoor: merk op dat er van de ruiter op het witte paard geen negatieve dingen worden vermeld, in tegenstelling tot de volgende drie ruiters. Verder lezen wij in vers 2: “en hij trok uit, overwinnende en om te overwinnen”. De satan en zijn handlangers daarentegen overwinnen niet meer: de satan zelf en zijn rijk worden systematisch door God vernietigd. De satan is dan ook de verliezende partij. Jezus is hier overigens nog gewapend met een boog. De boog is een wapen dat de vijand op afstand kan doden en dat in de strijd dus wordt gebruikt zolang de beide legers elkaar nog niet genaderd zijn. Wanneer de ruiter op het witte paard in Openb. 19:11 opnieuw verschijnt (maar dan gevolgd door Zijn leger) draagt Hij daar geen boog meer maar is een scherp zwaard zijn wapen. In tegenstelling tot de boog is het zwaard een handwapen waarmee de vijand alleen op korte afstand (tijdens man tot man gevechten) gedood kan worden. Tijdens de eindstrijd in Armageddon, die in Openb. 19 wordt beschreven, wordt het leger van de antichrist in man tot man gevechten met het zwaard (het Woord Gods) verslagen. Dit speelt zich overigens niet af op deze aarde maar in de geestelijke wereld, waarover verderop meer. |
| |
![]() Tweede zegel (Openb. 6:3-4). De ruiter op het rode paard. |
Van de ruiter op het rode paard lezen we: “en hem, die erop zat, werd gegeven de vrede van
de aarde weg te nemen, en dat zij elkander zouden slachten.” Er is maar één die vrede
brengt en dat is de Vredevorst, Jezus Christus. Waar Zijn evangelie wordt gebracht (en aangenomen) komt
de Vrede in het hart van de mensen. Waar die vrede wordt weggenomen komt vijandigheid en die veroorzaakt
verdeeldheid. Dat wordt o.a. beschreven in Hand. 20:29-30 waar de apostel Paulus
de eerste aanval voorspelde die zou volgen op de uitbreiding van het Koninkrijk Gods, ingezet door de
wolven die met een vals evangelie de kudde uit elkaar zouden jagen. Paulus waarschuwde de oudsten van
de gemeente te Efeze daarvoor met de woorden: “Zelf weet ik, dat na mijn heengaan grimmige wolven
bij u zullen binnenkomen die de kudde niet zullen sparen; en uit uw eigen midden zullen mannen
opstaan, die verkeerde dingen spreken om de discipelen achter zich aan te trekken”. Uiteraard
hadden tegen die tijd de gelovigen ook te maken met vervolgingen maar die hadden juist het tegenovergestelde
tot gevolg en bevorderden dus juist de prediking van het evangelie. Het door een vals evangelie van binnenuit
verzwakken van de gemeenten had daarentegen tot gevolg dat de uitbreiding van Gods Koninkrijk werd vertraagd.
De ruiter op het rode paard is de demon die dit als taak van de satan kreeg opgelegd. Zijn optreden
vormt dan ook de eerste tegenaanval van het rijk der duisternis die effect heeft gehad, tot op heden
toe! Het zwaard dat de ruiter draagt is het woord van de leugen. Zoals ook Gods Woord,
het woord der waarheid, door een tweesnijdend zwaard wordt voorgesteld.
De kleur rood is de kleur van het bloed, waarmee wordt uitgebeeld dat er een geestelijke slachting heeft plaatsgevonden onder de gelovigen van de eerste gemeenten, waardoor de geestelijke afval in gang werd gezet. Zie voor het vervolg de volgende uitleg. |
![]() Derde zegel (Openb. 6:5-6). De ruiter op het zwarte paard. |
Het gevolg van deze aanval van binnenuit die door de
ruiter op het rode paard werd en wordt geleid was de opkomst van de valse kerk, waarin de leringen
van boze geesten het evangelie van Jezus hebben vervangen. Die valse kerk werd in de vierde eeuw door
keizer Constantijn tot staatsgodsdienst van het Romeinse rijk verheven. Na de zogenaamde val van het staatkundige
Romeinse keizerrijk namen de pausen van de Romeins katholieke kerk(!!) de functie van keizer over.
De wereldlijke macht van de pausen en hun Vaticaan is sindsdien alleen maar groter geworden. De kerkgeschiedenis
is daarom niet veel anders dan het relaas van de tirannie van de pausen en hun onderdrukking en vervolging
van de echte gelovigen, o.a. door de invoering van de beruchte inquisitie. Ook het analfabetisme werd
als wapen ingezet om de massa dom te houden, dus onwetend wat de bijbel werkelijk leert. Eveneens het
gebruik van het Latijn was een wapen om het gewone volk afhankelijk te maken van de Roomse “geestelijken”.
Zodat deze handlangers van Rome hen wel zouden vertellen wat de “kerk” van hen verwachtte. En waardoor het evangelie van Jezus onbekend bleef. Die wereldlijke macht van Rome werd in de voorbije eeuwen o.a. in standgehouden doordat de koningen en machthebbers van Europa sidderden voor de paus in Rome, omdat die laatste de macht zou hebben om hen te excommuniceren. Op Wikipedia.org vond ik hiervan de volgende definitie: excommunicatie, afsnijding of in de ban doen is het uit een kerkelijke gemeenschap uitstoten van iemand die volgens de gezagsdragers volhardt in de zonde. Alsof een zondig mens de macht zou hebben om anderen tot de eeuwige hel te verbannen. Want daar komt deze waanzin feitelijk op neer. Begrijpelijkerwijs zorgden de wereldse overheden die destijds nog geloofden in deze achterlijke leugen er wel voor om die paus niet te irriteren want daar meenden zij gegarandeerd gedonder mee te krijgen. Tot slot is de valse bijbelvertaling van Rome een wapen dat sindsdien alleen maar meer variaties heeft gekregen. De reformatie had tot gevolg dat de politieke macht van het Vaticaan (tijdelijk) aan banden werd gelegd. Maar ook het occultisme dat door de Romeinse kerk wordt bedreven en waarmee de Roomse leer is vergeven kreeg een bijna dodelijke wond, die echter weer genas. In Openbaring 13:3 vinden wij dit: “En (ik zag) een van zijn koppen als ten dode gewond, en zijn dodelijke wond genas; en de gehele aarde ging het beest met verbazing achterna”. Mede door middel van de Contrareformatie (geleid door de Jezuïetenorde) is niet alleen de politieke macht van het Vaticaan weer gestaag groter geworden, ook het occultisme en de tovenarij staken de kop weer boven het zand. De ruiter op het zwarte paard is hiervoor verantwoordelijk. Zwart stelt hier de geestelijke duisternis voor die eeuwenlang over deze wereld heeft gelegen door de overheersing van de ruiter op het zwarte paard. De weegschaal in de hand van de ruiter duidt aan dat hij afweegt en bepaalt hoe de afgemeten kleine beetjes worden verdeeld. Als een gaarkeuken die slechts in een minimale maaltijd kan voorzien. Een geestelijke armoede was het gevolg. Dit komt precies overeen met de wijze waarop het Vaticaan eeuwenlang de religie en de regels ervan bepaalde waarmee de massa dom werd gehouden. Zoals hierboven al genoemd was het analfabetisme eveneens een wapen dat werd ingezet zodat de bijbel niet kon worden gelezen en het evangelie van Jezus Christus daardoor onbekend bleef. |
| |
![]() Vierde zegel (Openb. 6:7-8). De ruiter op het vale paard. |
En dan de ruiter op het vale paard. Deze ruiter wordt als enige bij name genoemd: de dood,
en heeft dan ook de dood op zijn geweten van massa's mensen. Dat deze ruiter door het dodenrijk wordt
gevolgd duidt aan dat het hier gaat om de natuurlijke dood, waarbij ziel en lichaam van elkaar worden
gescheiden. Het lichaam sterft en vergaat weer tot stof, maar de ziel (en de geest) van hen die
geen gehoor wilden geven aan het evangelie worden afgevoerd naar het dodenrijk en wachten daar het
laatste oordeel af. Er bestaat dan ook geen dodenrijk voor overleden zielen, dus zielen die ophielden
te bestaan. Alleen het lichaam verdwijnt. De zielen die vastzitten in het dodenrijk zijn echter, zoals
al is genoemd, wel degelijk gescheiden van hun (tot stof vergane) lichaam. Ze zijn dus hun aardse woning
kwijt. Hun geest en ziel bestaan echter eeuwig, zo zijn ze door God geschapen! Dat bestaan is onvernietigbaar.
De (lichaamsloze) zielen die in het dodenrijk vastzitten zijn dus hun lichaam kwijt, hun natuurlijke leven
in deze wereld en zijn, vanwege hun ongehoorzaamheid aan het evangelie, ook nog eens voor eeuwig van God
gescheiden en zullen daarom geen deel krijgen aan het eeuwige leven. Hun bestemming is niet het
eeuwige leven maar de eeuwige dood. Dit beseffen zij maar al te goed. Het is een eeuwige kwelling.
Merk op dat er een logische volgorde aanwezig
is in de taken van de drie laatste ruiters. Die op het rode paard veroorzaakt een geestelijke slachting
onder de gelovigen zodat zij het evangelie verwerpen, leringen van boze geesten achterna lopen, in de
macht van de satan komen en buiten Gods bescherming vallen. De ruiter op het zwarte paard oefent hoofdzakelijk
een geestelijke terreur uit en houdt daarmee de verloren zielen gevangen in de valse kerk. De ruiter op
het vale paard gaat vervolgens moordend rond terwijl het dodenrijk hem volgt als een sleepnet om
de oogst voor de satan binnen te halen!! De vale kleur van dit paard komt overeen met de kleur bleekgroen of grijsgroen. Dit is de kleur van een rottend lijk. Velen zijn de verlorenen die door de dode religie van het geestelijke Babylon in het dodenrijk hun einde vinden. Massa's van hen zijn niet door ouderdom gestorven maar zijn omgekomen door het geweld van het Vaticaan, bijvoorbeeld in de vele (godsdienst)oorlogen die zijn uitgevochten in opdracht van de paus, inclusief de eerste en de tweede wereldoorlog!! Verder terug in de tijd blijkt o.a. ook de tachtigjarige oorlog op deze lijst vol gruwelijkheden van deze ruiter op het vale paard te staan. De Spaanse terreur moest destijds een einde maken aan de Reformatie en de Protestanten (o.a. hier in Nederland) werden zwaar vervolgd. De oorlogen die in onze “moderne” tijd nog voortwoeden hebben (maar dat mag de grote massa niet weten) ook hun oorsprong in de Roomse religie, welke destijds de Islam heeft “ontworpen” als de loopjongen die het vuile werk mag opknappen zodat Rome onzichtbaar blijft. De te verwachten overeenkomsten tussen beide valse religies is dan ook treffend. Maar.... ook dit mag de grote massa van hen natuurlijk niet weten. Verder worden natuurrampen en ziekten door de ruiter op het vale paard ingezet om massale slachtingen aan te richten. Onder andere wat men wereldwijd de “gezondheidszorg” pleegt te noemen is niets anders dan een massamoord industrie, geheel in handen van en bestuurd door de ruiter op het vale paard. Het wereldwijde bedrog rond een massa niet bestaande ziekten is een sprekend voorbeeld van de uitgeoefende terreur door dit beest. Waar angst het gebruikte wapen is, heeft men te maken met een dictatuur. De wereldwijde Coronahoax hoort hier eveneens bij. Het is allemaal gericht op het zoveel mogelijk slachtoffers maken. De mensenmoorder van den beginne in actie. Ook hier mag de ruiter op het vale paard de klus klaren voor de satan. De wereldwijde “gezondheidszorg” staat dan ook in dienst van de satan. Als een massamoord industrie. De misleiding van de zogenaamde “strijd tegen kanker” door deze “kankerindustrie” met zijn chemotherapie, bestraling en een kast vol aanvullende kwakzalverspraktijken is eveneens een schreeuwend voorbeeld van de werkelijke bedoelingen. Onvoorstelbaar maar waar: verreweg de meesten van hun slachtoffers zijn namelijk binnen 5 jaar dood. Wereldwijd 8 miljoen doden per jaar! Daarbij opgeteld de ongeveer 42 miljoen abortussen die wereldwijd per jaar worden uitgevoerd. Deze slachtoffertjes worden in de hemel overigens “de onschuldigen” genoemd en zij gaan dan ook weer rechtstreeks terug naar hun Schepper. Zij zijn echter doelbewust vermoord door gewetenlozen die slechts in dienst staan van de ruiter op het vale paard. Je voelde hem waarschijnlijk alweer aankomen: men wil uiteraard dat de werkelijke bedoelingen hierachter voor de grote massa verborgen blijven. De zojuist opgesomde cijfers geven een idee van de inspanningen van deze ruiter op het vale paard om het dodenrijk met zoveel mogelijk verloren zielen te kunnen vullen. Want dát is namelijk het doel van de satan en zijn handlangers. Jezus noemde de satan dan ook niet voor niets: de mensenmoorder van den beginne. Omdat deze mensenmoorder weet wat zijn eigen vreselijke lot is en hij met een vermorzelde kop zijn eeuwige straf zal moeten ondergaan, wetende dat hij nu nog weinig tijd heeft!! |
| |
Vijfde zegel (Openb. 6:9-11). De zielen onder het altaar spreken. |
Het gaat hier om iets dat zich in de geestelijke wereld afspeelt. Deze rechtvaardigen krijgen te
horen dat hun dood zal worden gewroken maar dat er eerst nog meer rechtvaardigen gedood zullen worden.
De periode waarin dit gebeurt is de tijd van het zesde en het zevende zegel. De lafhartigen die zich hier
op aarde krampachtig vastklemmen aan de dwaalleer van “de opname van de gemeente” zullen waarschijnlijk
onder de eersten zijn die tijdens de nog komende grote geestelijke afval ten val zullen komen. Omdat de
realiteit totaal anders zal zijn dan zij hadden gehoopt. In het hogepriesterlijk gebed in Joh.
17:15 bad Jezus: “Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij
hen bewaart voor de boze.” Voor hen echter die uitkijken naar deze niet beloofde opname
zal de realiteit wel eens een heel andere kunnen zijn. Die realiteit beschreef Jezus in de gelijkenis
van de zaaier. In Matth. 13:20-21 zei Hij er over: “De op steenachtige
plaatsen gezaaide is hij, die het woord hoort en het terstond met blijdschap aanneemt; maar hij heeft
geen wortel in zich, doch is iemand van het ogenblik; wanneer echter verdrukking of vervolging komt om
der wille van het woord, komt hij terstond ten val”. Zij die stand zullen houden en geen
compromis sluiten met de groeiende wetteloosheid lopen de kans gedood te worden door de handlangers van
de satan. Het is dus niet zonder reden dat de zielen onder het altaar dit vlak voor de opening van het
zesde zegel te horen krijgen, als een allereerste aanwijzing dat de zwaarste tijden op aarde nu op de
drempel staan. Zie voor het vervolg de volgende uitleg.
|
Zesde zegel (Openb. 6:12-17). Periode waarin de zeer snel toenemende wetteloosheid alles op zijn kop zet, dit wordt gesym-boliseerd door een aardbeving. |
Die drempel is ondertussen al ruim gepasseerd. Wij leven nu in de tijd dat de aanloop naar de
wereldregering van de antichrist in volle gang is. De voorspelde aardbeving gooit alles overhoop en
de ontstane schade neemt dagelijks toe. Overal om ons heen zien wij daarvan nu de gevolgen. Het zijn de
tekenen die wijzen op een dramatische verandering in alles dat deze wereld nog leefbaar maakt. Dit is
ook de tijd waarin de zevende kop van het beest uit de zee verantwoordelijk is voor de oecumenische beweging,
zodat uiteindelijk alle religies op een grote hoop worden geveegd om die één wereldreligie
te gaan vormen. Dit proces is nu in volle gang.
Naast het geestelijke verval binnen het “christendom” (dat grotendeels wordt opgeslokt door het geestelijke Babylon óf daar altijd al een deel van was!!) gaat het o.a. om de opkomst van het occultisme, de vernietiging van normen en waarden en de om zich heen grijpende wetteloosheid, als gevolg daarvan. De daarmee gepaard gaande instorting van wat nu nog beschaving heet en de groeiende macht van de economische tirannen die het grootste deel van de wereldbevolking wel graag als slaven zouden willen gebruiken. Bijvoorbeeld de inspanningen van de hedendaagse overheden om de pensioenleeftijd te verhogen hebben niets met geldtekorten te maken. Zij willen daarentegen van de grote meerderheid economische slaven maken die liefst tot aan hun sterfdag moeten zwoegen voor de idealen van deze gore ratten, zodat al het gestolen pensioengeld niet meer door de afgedankte ouderen kan worden verbruikt! En dat allemaal onder het motto: Werk je niet meer? Ga dan maar meteen dood. Dan kost je ons geen geld meer. Wat 35-40 jaar geleden niet op TV werd vertoond omdat het alle fatsoensnormen tartte is ondertussen dagelijks te zien. Met dramatische gevolgen voor de opgroeiende generaties. Desondanks zal ook het besef gaan groeien dat al die goddeloosheid niet onbestraft zal blijven en dat er wel degelijk een God bestaat die met de goddelozen zal afrekenen. Daartoe dienen niet alleen de nog komende bazuinen maar ook de komende zeven schalen, gevuld met Gods toorn. Over dit besef lezen we in Openb. 6:15-17: “En de koningen der aarde en de groten en de oversten over duizend en de rijken en de machtigen en iedere slaaf en vrije verborgen zich in de holen en de rotsen der bergen; en zij zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem, die gezeten is op de troon, en voor de toorn van het Lam; want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan?” Dit laatste is echter voorlopig nog toekomst. Die bergen en rotsen stellen de boze geesten voor. Hoe diep kan een mens vallen wanneer hij “bescherming” zoekt bij boze geesten? Als afsluiting van Gods toorn over de goddelozen zullen ten slotte nog de al genoemde zeven schalen van Gods toorn over hen uitgegoten worden, maar ook dat ligt voorlopig nog in de toekomst. |
| |
Zevende zegel (Openb. 8:1-6). De zeven engelen ontvangen de zeven bazuinen. Bij het openen van dit zegel is er een half uur stilte in de hemel. |
Het half uur stilte waarmee de periode van het zevende zegel begint in Openbaring
8:1 duidt op het besef van alle hemelbewoners dat de goddeloosheid, de wetteloosheid, de gruwelijkheden
van de goddelozen op aarde en de bijbehorende geestelijke duisternis een (tot dan toe) dramatisch dieptepunt
hebben bereikt. En het duidt op het besef dat Gods reactie daarop spoedig zal volgen. De ernst van de
situatie doet iedereen verbijsterd zwijgen. We kunnen dit beschouwen als een rouwstemming. De tijd is
nu aangebroken dat de wereld zich een eigen “messias” heeft uitgekozen en dat de vervreemding
van het evangelie van verlossing nog nooit zo groot is geweest als nu. Mede door de oecumenische beweging
(zie de beschrijving bij het zesde zegel) en het occultisme is het geestelijke Babylon tot één
wereldreligie uitgegroeid.
Update per 14 mei 2020: op deze datum (de dag waarop ik dit schreef) is er een overeenkomst getekend door de “leiders” van de (gebaseerd op het aantal aanhangers) grootste religies op de wereld, onder leiding van de paus(!). Daarin zouden, volgens de info die ik heb gevonden, de “Sunday laws” worden geregeld en de “educatie” van de jeugd. Het gaat hier over een wereldwijde “educatie” waar alle landen aan meedoen. Zodat (maar dat zeggen die ratten er natuurlijk niet bij) de jeugd wordt opgevoed met hun “ideeën” (lees: hersenspoelende onderwijs). Zogenaamd om de wereld te kunnen redden, in verband met de huidige (niet bestaande) “klimaatramp”. Dit bevestigt alleen maar waar al dat leugenachtige klimaat-geneuzel van de afgelopen jaren voor moest dienen. Het groene gras (= de jeugd) zal gaan verbranden, zo lezen we in Openbaring 8:7. Mede door de hersenspoeling als gevolg van deze “educatie.” Ondertussen is, als we de berichten mogen geloven, in juni 2020 die ene wereldreligie nog net geen feit geworden maar de handtekeningen zijn gezet. Het draaiboek van de eindtijd, dat de apostel Johannes zovele eeuwen terug mocht opschrijven klopt tot op heden nog steeds precies! We wachten af.... Het bevestigt overigens wel dat wij nu leven in de tijd rond het zevende zegel. Door dit monsterverbond zal ook de haat tegen het Koninkrijk Gods en tegen de zonen Gods tot een voorheen ongekende hoogte stijgen. Terwijl men huichelachtig van vrede spreekt en met de mond beweert allemaal dezelfde God te dienen. Hun daden laten iets totaal anders zien. Hier staat echter tegenover dat ook de geestelijke macht van de zonen Gods nog nooit zo groot is geweest en dat zij als enigen op aarde in staat zijn om in de kracht van de Heilige Geest de werken van de antichrist en zijn volgelingen te vernietigen en tegen te houden. In Openb. 12:1-5 lezen we over hen: “En er werd een groot teken in de hemel gezien: een vrouw, met de zon bekleed, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd; en zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te baren. En er werd een ander teken in de hemel gezien, en zie, een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven kronen. En zijn staart sleepte een derde van de sterren des hemels mede en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon”. Die krans van twaalf sterren kennen wij ondertussen. Dat betreft de hondsbrutale imitatie die door de Europese Unie wordt gebruikt en een bevestiging is van de religieuze motieven achter de samenvoeging van de Europese landen. Het is de religie van het geestelijke Babylon en dit Babylon heeft zichzelf de plaats toegekend die alleen de gemeente van Jezus Christus toekomt, om welke reden een imitatie van het symbool van de twaalf sterren als logo wordt gebruikt. Dit logo hebben wij allemaal op de kentekenplaten van onze auto staan. We lazen zojuist dat de draak (de satan) het mannelijk kind (de zonen Gods) wilde vernietigen. Even verder in Openb. 12:13-17 probeert hij (vergeefs) de vrouw die het kind gebaard heeft te vervolgen. Waarop we in Openb. 13 het beest uit de zee (de geest van de antichrist) tevoorschijn zien komen, even later gevolgd door het beest uit de aarde (de antichrist). Alle hoofdrolspelers zijn nu aanwezig, waarop de periode van de (beruchte) grote verdrukking aanvangt. Vanaf nu tot en met de zesde bazuin zal het strijdtoneel op aarde worden bepaald door de strijd tussen enerzijds de zonen Gods, geleid door Gods Heilige Geest, (Rom. 8:14) en anderzijds de geest van de antichrist, de antichrist zelf en de handlangers van de antichrist. Een strijd die in Openb. 11 wordt omschreven als de tijd waarin de twee getuigen profeteren, van wie we zelfs lezen dat zij de macht hebben om de aarde te slaan met allerlei plagen, zo dikwijls zij willen. Daarmee oefenen zij de toorn van God uit over de legers van de antichrist. Merk ook op dat het de engelen Gods zijn die op de zeven bazuinen zullen blazen. Het is dus Jezus Christus die de loop der gebeurtenissen bepaalt en niet de satan! De boze geesten, die uiteindelijk allemaal bestemd zijn voor de poel van vuur en zwavel, worden eerst nog door Jezus gebruikt om de goddelozen te straffen voor hun goddeloosheid. Dat komt overeen met wat Spreuken 16:4 zegt: “De Here heeft alles gemaakt voor zijn doel, ja, zelfs de goddeloze voor de dag des kwaads”. God heeft de goddelozen niet als goddelozen gemaakt maar.... onwillig als ze zijn om zich te bekeren, zal God ze desondanks inzetten om Zijn plannen uit te voeren. Dit gaat ook op voor de satan en zijn boze geesten, zoals blijkt uit 1 Cor. 2:7-8: “maar wat wij spreken, als een geheimenis, is de verborgen wijsheid Gods, die God (reeds) van eeuwigheid voorbeschikt heeft tot onze heerlijkheid. En geen van de beheersers dezer eeuw heeft van haar geweten, want indien zij van haar geweten hadden, zouden zij de Here der heerlijkheid niet gekruisigd hebben.” Op Golgotha dacht de satan zijn grootste slag te slaan maar het werd zijn grootste nederlaag. Jezus bleek de sterkste te zijn en bleef gehoorzaam aan Gods plan. Over de satan schrijft de Psalmdichter in Psalm 104:26: “Daar gaan de schepen, de Leviathan, die Gij geformeerd hebt om ermee te spelen.” De Leviathan, ook wel genoemd de oude slang, dus de satan himself, is een speelbal in Gods handen. Een deel van Gods wraak aan de satan is dat de satan gedwongen moet meewerken aan Gods plan, waarmee de satan zijn eigen ondergang bespoedigt. God speelt met de satan zoals een kat met een gevangen muis speelt voordat hij die muis doodt. Vanaf nu zullen Gods oordelen over Babylon uitgevoerd worden. |
| |
Eerste bazuin (Openb. 8:7). Hagel en vuur vermengd met bloed wordt op de aarde geworpen. |
De zeven bazuinen worden ingeluid door wat we lezen in Openb. 8:3-5: “En
er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan, en hem werd veel reukwerk
geschonken om het te geven, met de gebeden van alle heiligen, op het gouden altaar voor de troon. En de
rook van het reukwerk, met de gebeden der heiligen, steeg uit de hand van de engel voor Gods aangezicht
op. En de engel nam het wierookvat en vulde dat met het vuur van het altaar, en wierp (het vuur) op de
aarde; en er kwamen donderslagen en stemmen en bliksemstralen en aardbeving”. Als antwoord op
de gebeden van de heiligen die hier voor Gods aangezicht worden gebracht worden Gods toorn en Zijn wraak
uitgestort over de goddelozen op de aarde. Het bloed van vele rechtvaardigen kleeft namelijk aan hun handen.
Met de eerste bazuin is de tijd aangebroken waarin het onkruid van de tarwe wordt gescheiden, dat de goddelozen worden prijsgegeven aan de opkomende vloedgolf van boze geesten die als hagelstenen allen geestelijk verwoesten die Jezus Christus niet toebehoren. De tijd is ook voorbij dat de meelopertjes nog een air van christelijkheid om zich heen hebben hangen. Met deze meelopers wordt dus genadeloos afgerekend door de boze geesten. Wie niet tot de gemeente van Jezus behoort maar tot het geestelijke Babylon valt ten prooi aan het vernietigende werk van deze boze geesten die als zware hagelstenen het geestelijke leven van zowel de “aanzienlijken” als de jeugd zwaar beschadigen. Dit groene gras zal nu verbranden, zoals dit hierboven ook al is aangehaald. Zowel de religieuzen (= vermomde goddelozen) als alle andere goddelozen zijn weerloos tegenover dit geestelijk geweld. Veel in het natuurlijke leven zal door deze geestelijke verwoestingen ontregeld raken en daarom niet meer functioneren zoals voorheen. Jezus zei hierover in Lucas 8:18: “Ziet dan toe, hoe gij hoort. Want wie heeft, hem zal gegeven worden, en wie niet heeft, ook wat hij meent te hebben, zal hem ontnomen worden”. |
Tweede bazuin (Openb. 8:8-9). Een berg, brandend van vuur, wordt in de zee geworpen. | Bergen zijn een beeld van de boze geesten. De grote berg die hier in de zee (beeld van het geestelijke leven van de ongelovigen) wordt gegooid is dus een sterke demon die vervolgens een enorme verwoesting aanricht. Een deel van dit religieuze leven zal hierdoor vernietigd worden. Ook hier verwijst het veranderen van een deel van de zee in bloed naar het feit dat men zich vervolgens alleen nog druk maakt om het natuurlijke leven (de dingen van deze wereld). Dus wat er nog aan geestelijk leven over was sterft voor een deel ook af. De schepen die op dit geestelijke leven drijven zijn (o.a. “goede doelen”) organisaties die kunnen bestaan dankzij het nog overgebleven besef van rechtvaardigheid. Omdat men nu echter alleen nog voor zichzelf leeft kunnen deze organisaties niet meer standhouden en zullen vergaan, zoals schepen vergaan op zee. Wat tot dan toe in deze wereld nog kon functioneren dankzij de nog overgebleven restanten van de ingeschapen rechtvaardigheid in de mensen zal helemaal verdwijnen. |
Derde bazuin (Openb. 8:10-11). Een grote ster, brandend als een fakkel, valt in rivieren en water-bronnen. | Zoals wij allemaal wel weten hebben de meeste rivieren de vaste gewoonte om naar de zee te stromen. De zee, het geestelijke leven van de goddelozen, wordt gevoed door wat er via de rivieren aan geestelijk/religieus leven in terechtkomt. De grote ster die hier in de rivieren valt is eveneens een grote demon die het water van de rivieren bitter en dus ondrinkbaar maakt door middel van een dodelijke lering van boze geesten. Een groot deel van wat er aan geestelijk/religieus leven nog is overgebleven en dat wordt aangevoerd door de rivieren veroorzaakt nu door de ondrinkbaarheid de geestelijke dood van veel mensen. Ook voor hen blijft vervolgens alleen het natuurlijke leven over. Opmerkelijk is dat er bij de eerste drie bazuinen telkens een derde deel van de mensen wordt getroffen. Driemaal een derde deel is samen een hele. Omdat bij deze drie bazuinen het religieuze leven wordt gedood terwijl dat religieuze leven in dit stadium door het geestelijke Babylon (de wereldreligie) wordt beheerst, is de conclusie dat hier door Gods oordelen uiteindelijk met geheel Babylon wordt afgerekend. |
Vierde bazuin (Openb. 8:12). Een derde deel van zon, maan en sterren wordt verduisterd. | De zon (een beeld van God de Vader), de maan (een beeld van Jezus) en de sterren (beeld van de engelen) worden deels verduisterd, dus aan het zicht onttrokken voor de goddelozen op de aarde. De geestelijke duisternis is nu zo groot geworden dat het licht dat ze uitstralen veel mensen niet meer bereikt. Men is ongevoelig geworden voor de stem van de Heilige Geest die overtuigt van zonde en de bereidheid om zich nog te bekeren is verdwenen. Ook de engelen die anders nog door Jezus worden ingezet om bescherming te bieden trekken zich deels terug. Als gevolg daarvan zijn de goddelozen compleet overgeleverd aan de nieuwe zondvloed die bij de vijfde bazuin over de aarde wordt losgelaten. De geestelijke duisternis zal bij de volgende bazuin het passende werkterrein worden van legioenen boze geesten. |
| |
Vijfde bazuin en het eerste wee (Openb. 9:1-12). Een ster valt op de aarde en opent de put van de afgrond waaruit legioenen sprinkhanen opstijgen. |
Jezus sprak over de eindtijd in Lucas 17:26-27: “En gelijk het
geschiedde in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Zoon des mensen: zij aten, zij
dronken, zij huwden, en zij werden ten huwelijk genomen tot op de dag, waarop Noach in de ark ging en
de zondvloed kwam en allen verdelgde”. De hier aangekondigde nieuwe zondvloed zal een
heel andere zijn maar minstens zo dramatisch. Net als bij de derde bazuin is de ster die op de aarde valt
een demon. Doordat het occultisme nu wereldwijd ingang heeft gevonden en de handlangers van de antichrist
hierin de toon aangeven heeft men de occulte macht verkregen om de miljoenen boze geesten die in het dodenrijk
(= de afgrond) worden vastgehouden los te laten. Deze demonen werden namelijk bij de eerste zondvloed,
tezamen met de miljarden goddelozen die zij hadden bezet maar die hen bij hun dood niet vrijuit wilden
laten gaan, in het dodenrijk gegooid en werden daar door Gods engelen vastgeketend. Zelfs de satan kon
deze vastgeketende boze geesten sindsdien niet bevrijden. Alleen met de hulp
van mensen is het mogelijk om deze verbanning terug te draaien en om hun ketens te verbreken. De occultisten
van de eindtijd zijn daartoe in staat en zij geven de op de aarde gevallen “ster” de macht
om de afgrond te openen, waarna al deze razende en op wraak beluste boze geesten als een sprinkhanenplaag
over de aarde uitzwermen. Deze gebeurtenis heeft als kenmerk de voorheen ongekende geestelijke duisternis
en de demonische razernij die op de goddelozen wordt losgelaten. Van deze duisternis lezen we in Openb.
9:2: “En zij opende de put des afgronds en er steeg rook op uit de put, als de rook van
een grote oven; en de zon en het zwerk werden verduisterd door de rook van de put”. Ook
het laatste nog overgebleven licht op het kennen van God zal door deze zondvloed van zwermen demonen verduisterd
worden.
Alleen zij die volkomen gehoorzaam zijn aan het evangelie van het Koninkrijk Gods en de Heilige Geest bezitten, hebben voor deze zondvloed van boze geesten niets te vrezen en zullen niet overweldigd worden. Zij bevinden zich in de ark (de gemeente van Jezus Christus) die op deze zondvloed drijft, zoals eens de ark van Noach dat deed op de eerste zondvloed. |
Zesde bazuin en het tweede wee (Openb. 9:13-21). De vier engelen worden losgelaten en van de mensen wordt een derde deel gedood. |
De laatste stuiptrekkingen van het grote Babylon in haar oude gedaante vinden plaats voordat haar
wereldreligie door de antichrist zal worden vernietigd en vervangen. De rivier de Eufraat was ooit de
rivier waaraan het oude Babylon lag. Het geestelijke Babylon ligt nu aan een geestelijke rivier de Eufraat.
Deze rivier voedt de valse leringen die in dit Babylon worden verkondigd. De vier (gevallen) engelen die
bij deze rivier gebonden zijn en dus in dienst staan van Babylon worden nu losgelaten en spannen zich
in om nog zoveel mogelijk mensen in de greep van deze valse wereldkerk te krijgen, met hun geestelijke
dood als gevolg. Deze vier engelen voeren een groot leger aan en ook nu is er dus weer sprake van een
vloedgolf van boze geesten die veel schade aanrichten onder de weerloze goddelozen. Deze vier engelen
worden echter pas losgelaten nadat de zonen Gods in Openb. 7:1-4 aan hun voorhoofd
zijn verzegeld. Deze verzegeling vindt overigens plaats voordat de zeven bazuinen klinken. We lezen
daar: “Daarna zag ik vier engelen staan aan de vier hoeken der aarde, die de vier winden der
aarde vasthielden, opdat er geen wind zou waaien over de aarde, of over de zee, of over enige boom. En
ik zag een andere engel opkomen van de opgang der zon, hebbende het zegel van de levende God; en hij riep
met luider stem tot de vier engelen, aan wie gegeven was aan de aarde en de zee schade toe te brengen,
en hij zeide: Brengt geen schade toe aan de aarde, noch aan de zee, noch aan de bomen, voordat wij
de knechten van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben. En ik hoorde het getal van hen, die verzegeld
waren: honderdvierenveertigduizend waren verzegeld uit alle stammen der kinderen Israëls”.
Aangezien Jezus Zijn discipelen de opdracht gaf om alle volken te onderwijzen in het discipelschap,
moge het duidelijk zijn dat deze verzegelden, deze kinderen Israëls uit alle volken komen.
Zij behoren dan ook tot het Israël Gods: het Koninkrijk van God dat door Jezus weer op deze wereld
werd gevestigd.
|
| |
De dood en de opname van de twee getuigen (Openb. 11:1-12). Nadat de twee getuigen aan het einde van de tweede wee hun zendings-opdracht hebben vervuld, worden zij door de antichrist en zijn handlangers gedood en staan zij na drie en een halve dag weer op. |
De dood en de opname van de twee getuigen/zonen Gods vindt plaats halverwege de zeventigste
jaarweek van Daniël, gevolgd door de opname van de nog levende zonen Gods, waarna er geen rechtvaardigen
meer op aarde zijn. De tempel Gods (de gemeente) staat nu tijdelijk leeg. Historisch gezien is die zeventigste
jaarweek van Daniël weliswaar verleden tijd (waarover straks meer) maar die wees destijds wel degelijk
vooruit naar wat er in de eindtijd zal gaan gebeuren. In 1 Thess. 4:15-17 schrijft
ook de apostel Paulus over deze gebeurtenis:
“Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: wij, levenden, die achterblijven tot de komst des Heren, zullen in geen geval de ontslapenen voorgaan, want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zo zullen wij altijd met de Here wezen.” Het gaat hier over de enige opname waarvan de bijbel spreekt. Eerst zullen de gedode twee getuigen opstaan en opgenomen worden waarna de nog levende discipelen zullen volgen. Deze opname vindt dan ook plaats na de dood van de twee getuigen. Er zal dus eerst een felle strijd plaatsvinden van drie en een half jaar, waarin de satan en zijn leger er ongenadig van langs krijgen, daarop volgt de dood van de twee getuigen (als deze twee getuigen zich vrijwillig overgeven om gedood te worden, zoals ook Jezus deed voor Zijn kruisiging). Vervolgens gebeurt wat Paulus beschreef en zullen na de opstanding van de twee getuigen ook de nog levende discipelen opgenomen worden. Kennelijk was de apostel Paulus van mening dat dit nog tijdens zijn leven zou plaatsvinden maar dat is te verklaren omdat ook Jezus zelf over de toekomende dingen zei in Matth. 24:36: “Doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen.” Nu een uitleg over de zeventig jaarweken van de profeet Daniël. Om te beginnen had Daniël, zoals we lezen in Dan. 9, zijn aangezicht gericht tot de Here God om te bidden en te smeken, in vasten en in zak en as. Om inzicht te mogen krijgen in het lot van zijn eigen volk, lettende op de profetie hierover die de profeet Jeremia had opgetekend. Daniël hield zich dus absoluut niet bezig met gebeurtenissen die pas vele eeuwen later (dus in onze tijd) zouden plaatsvinden. Hij beperkte zich dan ook tot het lot van zijn eigen volk. En precies daarop ontving hij een antwoord. Merk op dat we niets lezen in Dan. 9:26 over hetgeen er in die laatste (zeventigste) week zou gebeuren, maar wel wat er na de tweeënzestig weken zou gaan plaatsvinden. Dat is, zo heeft de tijd ons inmiddels geleerd, de kruisiging van Jezus (= de gezalfde die wordt uitgeroeid terwijl er niets tegen Hem is) en de verwoesting van de tempel zo'n 37 jaar later (in het jaar 70), door de legers van de Romeinse keizer Titus. Wanneer precies die laatste week voorbij is en de Nieuwtestamentische periode daarna begint is uit de tekst van vers 26 niet op te maken. Het beslissende moment was beslist en zeker Jezus' dood (als laatste paaslam). Waarna de verwoesting van de tempel plaatsvond. Welke laatste ondertussen allang geen tempel meer was. Het voorhangsel in die tempel (tussen het heilige en het heilige der heiligen) was op het moment van Jezus' sterven (en dus zo'n 37 jaar voor de verwoesting door Titus) al door God zelf opengescheurd. Die scheiding tussen God en mensen die God de Vader zelf op het moment van Jezus' sterven van boven naar beneden openscheurde, en waarmee Hij zelf een definitief einde maakte aan het geestelijk compleet failliete volk Israël. Want de tijd van de schaduwen was voorbij (Colossenzen 2:16-17). En als Christus de werkelijkheid is, waarom zou men dan weer terugkeren naar de tijd van de schaduwen?? Als een hond die terugkeert naar zijn eigen uitbraaksel! Er zijn overigens wel degelijk twee overeenkomsten tussen de zeventigste week in Daniël's profetie (is ondertussen geschiedenis) en de zeventigste week in de eindtijd (is nog toekomst). Dat zijn:
Toch is er in Dan. 9:27 sprake van dat men slachtoffer en spijsoffer zal
doen ophouden. Daniël kreeg echter te horen dat na de periode van de heropbouw (tijdens de zeven
jaarweken) dit alles tijdens de 62 weken hersteld en herbouwd zou blijven, met plein en gracht, maar
in de druk der tijden. In die druk der tijden zou ene Antiochus Epiphanes actief zijn (heeft de geschiedenis
ons geleerd). Deze Seleucidische koning was een beeld van de antichrist van de eindtijd. En precies
over die laatste antichrist spreekt de engel Gabriël hier. Omdat diens boze daden niet tijdens
de 62 weken (zoals met Antiochus Epiphanes het geval was) maar na de 62 weken zouden plaatsvinden.
Daniël was echter alleen bekend met de offerdienst van het Oude Testament. Ten tijde van de antichrist
van de eindtijd is die Oudtestamentische offerdienst al vele eeuwen verleden tijd. Die offerdienst had
na Jezus' offer van gehoorzaamheid aan God de Vader dan ook geen enkele waarde meer. Net zomin als een
nieuwe stenen grafkelder in Jeruzalem (een derde “tempel”). Hiervan was Daniël niet op
de hoogte. Om dit toch een gezicht te geven werd het beeld van de Oudtestamentische offerdienst gebruikt,
terwijl de engel Gabriël daarmee feitelijk beschreef wat er in de eindtijd zou gaan gebeuren.
Zoals ook de wetteloze daden van Antiochus Epiphanes een beeld waren van het optreden van de “eindtijd
antichrist”.
Het grote drama van de eindtijd is dat een deel van deze tempels van God ten val zullen komen (= meervoud). Wie is dus die zoon des verderfs over wie de apostel Paulus schrijft in 2 Thess. 2:3-4? We lezen daar namelijk: “Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is.” In de korte opsomming hierboven heeft de apostel Paulus duidelijk aangegeven wie Gods tempel is: dat is de mens Gods. Van wie er in de eindtijd velen afvallig zullen worden, en zij zullen net als ooit de satan zelf met diens afvallige engelen, aan hun oorsprong ontrouw werden, eveneens hun heilige woning verlaten om een vijand van God te worden. (Judas 1:6). De mens die ooit een tempel van God was maar nu afvallig wordt aan God. En daarna zelf op de troon gaat zitten (om aan zich te laten zien dat hij een god is = zichzelf als god vereert). Deze ooit heilige tempel wordt een rovershol omdat deze afvallige kinderen Gods zullen menen zelf een god te zijn. Dit nu is het drama van de eindtijd. De apostel Johannes schreef over dit drama in 1 Joh. 2:18-19: “Kinderen, het is de laatste ure; en gelijk gij gehoord hebt, dat er een antichrist komt, zijn er nu ook vele antichristen opgestaan, en daaraan onderkennen wij, dat het de laatste ure is. Zij zijn van ons uitgegaan, maar zij waren uit ons niet; want indien zij uit ons geweest waren, zouden zij bij ons gebleven zijn: maar aan hen moest openbaar worden, dat niet allen uit ons zijn.” De apostel Johannes maakt hier duidelijk onderscheid tussen dé antichrist (enkelvoud) enerzijds en de antichristen (meervoud) anderzijds. Feitelijk is iedere vijand van God een antichrist en die zijn er in allerlei soorten en maten. Beperken wij ons nu tot de twee al genoemde soorten antichrist dan zit het er dus dik in dat dezen gezamenlijk de strijd zullen voeren. De satan (als de eerste afvallige ooit en dus het begin van alle ellende) met zijn afvallige engelen plus de afvallige mensen (= antichristen) van de eindtijd. Deze afvallige kinderen Gods zijn er overigens (zoals Johannes al had vastgesteld) al sinds de tijd van de apostelen geweest. Dat beperkt zich niet tot onze (extreem wetteloze) tijd. Deze vijanden van God zullen vervolgens gezamenlijk vernietigd worden. Want de Schepper van hemel en aarde is niet te verslaan. De aanvoerende antichrist uit het Vaticaan (de kleine hoorn in Daniël 7:8), over wie de apostel Johannes destijds al schreef, zal dit leger antichristen om zich heen verzamelen. Dit leger zal dus bestaan uit, onder anderen, de afvallige kinderen Gods die hun oorsprong ontrouw zijn geworden en zich tegen de Schepper van hemel en aarde gekeerd hebben. Zoals dat ook ooit in de hemel gebeurde toen de satan in opstand kwam en samen met zijn afvallige engelen vervolgens uit de hemel werd geworpen. Deze afvallige kinderen Gods hebben als een “extra voordeel” voor de satan dat ze van de hoed en de rand weten. Dat is kennis die de satan listig zal willen gebruiken. Het zal hem echter niets opleveren. Omdat de betreffende afvalligen zijn teruggekeerd naar de duisternis waaruit zij ooit werden gered en weer behoren tot de heidenen “wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen” (2 Cor. 4:4). Waarmee de sukkel zichzelf weer eens flink in de vingers heeft gesneden. Zoals gewoonlijk. In Hebr. 6:4-6 wordt van deze afvalligen dan ook gezegd dat voor hen geen enkele hoop meer is. Dat wordt als volgt onder woorden gebracht: “Want het is onmogelijk, degenen, die eens verlicht zijn geweest, van de hemelse gave genoten hebben en deel gekregen hebben aan de Heilige Geest, en het goede woord Gods en de krachten der toekomende eeuw gesmaakt hebben, en daarna afgevallen zijn, weder opnieuw tot bekering te brengen, daar zij wat hen betreft de Zoon van God opnieuw kruisigen en tot een bespotting maken.” Nogmaals: dit is het drama van de eindtijd. Deze antichristen zullen felle tegenstanders zijn van de zonen Gods, net als de satan en zijn gevallen engelen (die ooit zelf heilige engelen waren). Verder wordt hier door de Hebreeënschrijver gesproken over opnieuw kruisigen en tot een bespotting maken. Ook de antichrist en zijn handlangers maken zich hieraan schuldig. De Rooms Katholieke religie (waaruit dé antichrist voortkomt) kent Jezus overigens alleen als hulpeloos kind of als een gekruisigde. De waarheid is daarentegen dat Jezus niet meer aan een kruis hangt maar nu alle macht heeft ontvangen in de hemel en op de aarde. De afvalligen van de eindtijd hebben eveneens, zoals de Hebreeënschrijver het omschrijft, de Zoon van God opnieuw gekruisigd!! We vinden dit drama ook terug, weliswaar op een andere manier in beeld gebracht, in Openbaring 12:3-4: “En er werd een ander teken in de hemel gezien, en zie, een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven kronen. En zijn staart sleepte een derde van de sterren des hemels mede en wierp die op de aarde.” Dit is een andere beschrijving van de afvalligen over wie de apostel Johannes schreef in 1 Joh. 2:19: “zij zijn van ons uitgegaan, maar zij waren uit ons niet.” Wat betreft de dood van de twee getuigen: ook daarin volgen zij het voorbeeld dat Jezus gaf. Want in Joh. 10:17-18 zei Jezus: “Hierom heeft Mij de Vader lief, omdat Ik mijn leven afleg om het weder te nemen. Niemand ontneemt het Mij, maar Ik leg het uit Mijzelf af. Ik heb macht het af te leggen en macht het weder te nemen; dit gebod heb Ik van mijn Vader ontvangen.” Jezus werd wel gedood naar het lichaam maar Hij werd niet door Zijn vijanden overwonnen. Hij bleef gehoorzaam tot de dood!! Dat geldt voor de zonen Gods eveneens. Nadat zij hun taak hebben volbracht bieden zij geen verzet meer tegen de wetteloze en nietswaardige honden die hen naar het leven staan. In Openb. 11:11-12 lezen wij de afloop: “En na die drie en een halve dag voer een levensgeest uit God in hen, en zij gingen op hun voeten staan en grote vrees viel op (allen), die hen aanschouwden. En zij hoorden een luide stem uit de hemel tot hen zeggen: Klimt hierheen op! En zij klommen naar de hemel op in de wolk, en hun vijanden aanschouwden hen.” Het gaat hier overigens over drie letterlijke dagen, dus geen perioden, geen jaren of iets dergelijks. Ook Jezus zelf was gedurende eenzelfde tijd in het graf voordat Hij uit de dood opstond. Voor alle duidelijkheid: dit is de enige opname waarover de bijbel spreekt. Dus nogmaals: er zal geen “opname” zijn “voordat de hel losbarst.” Dat liet Jezus weten in Joh. 17:15. Die woorden herhaal ik hier nog maar eens. Hij zei daar namelijk: “Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor de boze.” Duidelijk? De beruchte leer van de opname daarentegen bouwt voor Jezus geen leger op maar een leger deserteurs.... en bewijst daarmee slechts een lering van boze geesten te zijn! Nu de twee getuigen (en de overige zonen Gods) zich buiten het bereik van de antichrist bevinden rekent deze ziedend af met de valse wereldreligie van Babylon. Alle nog aanwezige vormen van valse religie (welke zijn samengevoegd in die ene wereldreligie en die slechts voor de “zo makkelijk te misleiden domme massa” was bedoeld) worden vernietigd en uitgeroeid. In Dan. 11:37-38 wordt ons dit meegedeeld: “Ook op de goden zijner vaderen zal hij geen acht slaan; op de lieveling der vrouwen noch op enige andere god zal hij acht slaan, want tegen alle zal hij zich verheffen. Maar in hun plaats zal hij de god der vestingen vereren: de god die zijn vaderen niet gekend hebben, zal hij vereren met goud en zilver en edelgesteenten en kostbaarheden”. Wat hier is vertaald met “de god der vestingen” is in de Statenvertaling “Mauzzim”. Dit Hebreeuwse woord blijkt te verwijzen naar de satan zelf. Het is dan ook de aanbidding van de satan die op de helft van de door Daniël geprofeteerde zeventigste jaarweek alle andere vormen van religie zal vervangen, wanneer het occultisme hoogtij zal vieren! Uiteraard zal de antichrist (in zijn arrogantie en hoogmoed) ook een deel van de eer opeisen, zoals dit uit het voorgaande al is gebleken. |
| |
Zevende bazuin en het begin van het derde wee (Openb. 11:15-19). Aankondiging dat Gods plan met de gemeente is voltooid en dat Jezus het Koningschap over deze wereld heeft ontvangen. |
Na de opname van de twee getuigen/de zonen Gods wordt met de antichrist en zijn wereldregering afgerekend.
Als de goddeloosheid onder aanvoering van de antichrist zijn maximum heeft bereikt zal ook Gods toorn
op zijn hevigst zijn. Behalve deze goddeloosheid is ook het feit dat men de twee getuigen heeft gedood
er de oorzaak van dat Gods toorn nu een voorheen ongekende omvang heeft aangenomen en deze toorn zal tijdens
de komende zeven schalen over de goddelozen worden uitgegoten.
Want in 1 Cor. 3:16-17 lazen wij: “Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont? Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig!” Gelijk Sodom en Gomorra en de omliggende steden door God werden verwoest nadat Lot en de zijnen waren uitgeleid, zo zullen de achtergebleven goddelozen zwaar gestraft worden nadat de rechtvaardigen van de aarde zijn weggenomen. Wie zich nu nog op aarde bevinden waren op geen enkele manier nog van hun verloren staat te overtuigen door de prediking van de twee getuigen. Bovendien hebben deze verloren zielen het teken van het beest op hun voorhoofd ontvangen waardoor hun lot definitief bezegeld is. Zij waren dan ook onbereikbaar voor de overtuiging van zonden door de Heilige Geest. Wie zich niet heeft willen laten overtuigen door Gods Geest heeft zich schuldig gemaakt aan de zonde tegen de Heilige Geest en zal daarom geen vergeving meer ontvangen. De nacht is nu aangebroken waarvan Jezus zei in Joh. 9:4: “Ik moet werken de werken Desgenen, Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, wanneer niemand werken kan” (Statenvertaling). Desondanks heeft Jezus het koningschap over deze wereld ontvangen. Dat wordt ons gezegd in Openb. 11:15: “En de zevende engel blies de bazuin en luide stemmen klonken in de hemel, zeggende: Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden”. In Openb. 10:5-7 wordt dit als volgt aangekondigd: “En de engel, die ik zag staan op de zee en op de aarde, hief zijn rechterhand op naar de hemel, en zwoer bij Hem, die leeft tot in alle eeuwigheden, die de hemel geschapen heeft en hetgeen daarin is en de aarde en hetgeen daarop is en de zee en hetgeen daarin is: er zal geen uitstel meer zijn, maar in de dagen van de stem van de zevende engel, wanneer hij bazuinen zal is ook voleindigd het geheimenis van God, gelijk Hij zijn knechten, de profeten, heeft verkondigd”. Nu Jezus het koningschap heeft ontvangen is het eerste dat Hem te doen staat: het in zeven fasen afrekenen met de antichrist en zijn rijk en met alle nog aanwezige goddelozen op de aarde. Met de hierop volgende zeven schalen wordt Gods toorn dan ook over hen uitgegoten en wordt vervuld wat Jesaja 29:20 zegt: “Want het zal gedaan zijn met de geweldenaar, en de spotter zal vergaan en allen die op boosheid zinnen, zullen uitgeroeid worden....” Men kan zich terecht afvragen wie er t.z.t. nog zullen overleven wanneer er bijna uitsluitend nog goddelozen op aarde zijn en er met hen wordt afgerekend. Wat dachten wij van de kinderen? In Numeri 13 en 14 rekent God af met het opstandige volk Israël in de woestijn, voor de grenzen van het beloofde land, en laat in de jaren erna de generatie van twintig jaar oud en daarboven sterven. Zij die jonger waren werden gespaard. Zo zou in deze eindfase ook de jonge generatie kunnen overblijven. Kinderen zijn voor God onschuldig. Zij vallen zeker onder Gods bescherming. Ooggetuigen hebben al meer dan eens verklaard dat zij in het dodenrijk geen kinderen hadden gezien! Deze ooggetuigen waren bijvoorbeeld mensen die na het moment van overlijden nog op tijd gereanimeerd konden worden, d.w.z. binnen 4-6 minuten na de hartstilstand. Na die 6 minuten beginnen de hersencellen af te sterven en is de schade daardoor zo groot dat reanimeren geen zin meer heeft. Begrijpelijkerwijs waren deze ooggetuigen na terugkeer in hun lichaam heel blij dat ze nog een herkansing kregen!! |
| |
Eerste schaal (Openb. 16:2). Zij die het merkteken van het beest hebben ontvangen krijgen boosaardige gezwellen. | Nu de nacht is aangebroken en de geestelijke duisternis maximaal is geworden worden de gevolgen daarvan zichtbaar in de natuurlijke wereld. In Spreuken 17:22 vinden we hiervoor een aanwijzing: “Een vrolijk hart bevordert de genezing, maar een verslagen geest doet het gebeente verdorren”. Door de totale goddeloosheid van de achtergeblevenen en door hun onderwerping aan de occulte krachten van de antichrist is de geest van deze heidenen niet meer in staat om het lichaam gezond te houden. De wetteloosheid in de geestelijke wereld heeft altijd gevolgen in de natuurlijke wereld. Het is nu echter met name de toorn van God die wordt uitgegoten over de goddelozen. Het eerste zichtbare gevolg daarvan zijn de boosaardige gezwellen. Dit zijn overigens geen geestelijke maar lichamelijke gezwellen! |
Tweede schaal (Openb. 16:3). De zee verandert in bloed als van een dode zodat al het leven in de zee sterft. | Veranderde bij de tweede bazuin alleen het derde deel van de zee in bloed, nu wordt de hele zee als bloed van een dode. De zee is een beeld van het religieuze leven van de verloren zondaren. In dit stadium bestaat dat religieuze leven nog slechts uit de enig overgebleven religie: die van de antichrist, zoals in het voorgaande al is uitgelegd. Dit religieuze leven sterft nu helemaal af. Door het uitgieten van de zeven schalen van Gods toorn wordt de wereldregering en zijn aanbidding van de satan volledig vernietigd. Het water van de zee verandert nu in dood bloed, het bloed van een lijk. Was bij de tweede bazuin het natuurlijke leven (de dingen van deze wereld) voor de goddelozen nog een vervanging, nu wordt ook dat natuurlijke leven totaal ontregeld en verwoest. Voor alle duidelijkheid: het gaat hier om Gods eindafrekening met alle wettelozen die de aarde nog bevolken, zoals dat ook het geval was met de tijdgenoten van Noach, nadat de deur van de ark voorgoed door God was gesloten. Zoals zojuist al is aangehaald zullen er beslist kinderen overleven die tijdens het duizendjarige vrederijk nieuwe generaties zullen voortbrengen. |
Derde schaal (Openb. 16:4-7). De rivieren en waterbronnen veranderen in bloed. | De rivieren en de waterbronnen zijn de aanvoerstromen van het geestelijke/religieuze leven van de goddelozen. Doordat ze in bloed veranderen wordt het “water” in deze aanvoerstromen ondrinkbaar. Gods toorn richt zich nu op de boze geesten die voortdurend contact onderhouden met de verloren mensen. Daardoor worden de inspiratie en de demonische krachten die men tot dan toe nog verkrijgt door de omgang met de boze geesten onmogelijk gemaakt en vernietigd. Het bloed duidt ook hier op het natuurlijke leven dat als enige overblijft voor de goddelozen. Dat natuurlijke leven is tegen deze tijd al totaal ontregelt en verwoest zodat duidelijk mag zijn dat het leven op aarde voor al deze vijanden van God nu tot een hel is geworden. |
Vierde schaal (Openb. 16:8-9). De zon verzengt de mensen met vuur. | In deze verzen wordt van de vierde engel gezegd dat hij zijn schaal uitgiet over de zon en dat aan hem (deze engel) de macht wordt gegeven om de mensen te verzengen met vuur. In de NBG vertaling staat hier ten onrechte haar, wat de indruk wekt dat aan de zon (een beeld van God) die macht wordt gegeven. God ontvangt echter geen macht omdat Hij alle macht al bezit. De zon is in het natuurlijke leven de bron van alle leven. Zonder de warmte van de zon zou de aarde zeer snel in een ijsklomp veranderen en al wat leeft zou doodvriezen. Een plant die met zijn wortels water kan aanvoeren groeit dankzij het zonlicht. Wordt die plant echter afgesneden van zijn wortels dan zal datzelfde zonlicht die plant compleet uitdrogen en dus doden. Zo zullen ook de goddelozen die nu zijn afgesneden van iedere geestelijke voedingsbron door het verzengende licht van de zon (Gods toorn) gepijnigd worden. |
| |
Vijfde schaal (Openb. 16:10-11). Het rijk van het beest wordt verduisterd. |
Zoals tijdens een van de tien plagen van Egypte de dichte duisternis al het normale leven onmogelijk
maakte, zo valt er nu een duisternis in die het rijk van de antichrist ontregelt en de macht ervan zwaar
aantast. Twee teksten die hier meer licht op werpen zijn:
In de eerste tekst zien we dat het uitsluitend Gods genade is waardoor ook voor de goddelozen nog
een leven op aarde mogelijk is en in de tweede tekst ligt de nadruk op Gods verdraagzaamheid waardoor
hun aanwezigheid tot nu toe nog getolereerd wordt. De goddeloze inwoners van Sodom werden door de twee
engelen met blindheid geslagen zodat zij in duisternis hun weg moesten zoeken. Dat overkwam hen
kort voordat de hele streek rond Sodom en Gomorra werd verteerd door vuur uit de hemel. Doordat God nu
Zijn genade en verdraagzaamheid beëindigt, evenals destijds bij Sodom en Gomorra het geval was, valt
de duisternis in. Daarmee maakt Hij het leven voor de antichrist en zijn handlangers onmogelijk en wordt
de aardse macht van dit demonische wereldrijk vernietigd.
|
Zesde schaal (Openb. 16:12-16). De rivier de Eufraat droogt op. Het beest verzamelt zijn leger in Armageddon. |
De rivier de Eufraat was de rivier die ooit de heidense stad Babylon van water voorzag. De Eufraat
die hier wordt bedoeld is de geestelijke aanvoer vanuit het dodenrijk waardoor het geestelijke Babylon
(het occulte wereldrijk van de antichrist) in stand wordt gehouden (zie ook de toelichting bij de zesde
bazuin). Deze toevoer van occulte krachten valt droog waardoor dit rijk niet meer in stand wordt gehouden
en dus als wereldrijk niet langer kan functioneren. Als reactie daarop worden de koningen der aarde (het
leger van de antichrist en hun aanvoerders) opgetrommeld voor de schijnbaar enige nog overgebleven mogelijkheid
om de macht te grijpen. In Openbaring wordt enerzijds de groei van de gemeente van Jezus Christus naar
de geestelijke volwassenheid beschreven en anderzijds de geestelijke groei van de mens der wetteloosheid.
Die laatste bereikt ook een volwassenheid: de totale onderworpenheid aan de occulte krachten uit het dodenrijk.
De gemeente van Jezus (de zonen Gods) zijn na het voltooien van hun taak na de zesde bazuin in de hemel
opgenomen. In de waan verkerend hen toch nog te kunnen overwinnen treden de antichrist en zijn verzamelde
handlangers massaal uit hun lichaam, iets dat bij occultisten, tovenaars en hun soortgenoten bepaald
niet ongewoon is.
|
| |
Armageddon (Openb. 19:11-21). De geest van de antichrist en de antichrist met zijn leger worden in Armageddon door Jezus Christus en Zijn leger verslagen. |
Het beruchte Armageddon waar zij zich vervolgens verzamelen bevindt zich dus niet op deze wereld
en de strijd zal ook niet worden uitgevochten met natuurlijke wapens, zoals veel “eindtijdprofeten”
menen te weten. De satan en zijn gevallen engelen bevinden zich in de geestelijke wereld, evenals
tegen deze tijd ook de antichrist en zijn leger. Die zijn met zwaarden, stokken, pijl en boog en zelfs
met kernwapens niet te bestrijden!! De wapens die daar wel werken heeft de apostel Paulus beschreven in
Efeze 6:11-17: “Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden
tegen de verleidingen des duivels; want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen
de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in
de hemelse gewesten. Neemt daarom de wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag
en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden. Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid,
bekleed met het pantser der gerechtigheid, de voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie
des vredes; neemt bij dit alles het schild des geloofs ter hand, waarmede gij al de brandende pijlen van
de boze zult kunnen doven; en neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord
van God.”
De strijd die plaatsvindt wordt in Openb. 19:11-21 beschreven. Merk op wat vers 14 daar zegt: “En de heerscharen, die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, gehuld in wit en smetteloos fijn linnen”. Het gaat hier dus, we benadrukken het nog maar eens, om een strijd in de hemelse gewesten. Deze heerscharen die in de hemel zijn, zijn geen engelen maar zijn de zonen Gods van alle tijden, van wie een deel bij de opname in Openb. 11:12 was betrokken. Ooit werden de eerste mensen geschapen als natuurlijke mensen die uitsluitend leefden in de zichtbare wereld. In Psalm 115:16 lezen we dan ook: “De hemel is de hemel van de Here, maar de aarde heeft Hij de mensenkinderen gegeven”. Van de eerste Adam wordt daarom in 1 Cor. 15:44-46 gezegd: “Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam opgewekt. Is er een natuurlijk lichaam, dan bestaat er ook een geestelijk lichaam. Aldus staat er ook geschreven: de eerste mens, Adam, werd een levende ziel; de laatste Adam (= Jezus) een levendmakende geest. Doch het geestelijke komt niet eerst, maar het natuurlijke, en daarna het geestelijke”. Paulus beschrijft hier de ontwikkeling van de natuurlijke mens (die sinds de zondeval kennis heeft gekregen van goed en kwaad) naar de geestelijke mens, dat is de mens die ook kennis heeft van en leeft in de geestelijke wereld. De climax van deze ontwikkeling is de geestelijke strijd tussen het leger van Jezus (de volmaakte gemeente van Jezus Christus) en het leger van de antichrist (de mens der wetteloosheid). Na hun nederlaag worden het beest en de valse profeet (de antichrist) als eersten in de poel van vuur en zwavel geworpen. |
Zevende schaal (Openb. 16:17-21). Een enorme verwoesting, gesym-boliseerd door een aardbeving, maakt een einde aan het wereldrijk van het beest. |
De bliksemstralen, de stemmen en de donderslagen zijn uitingen van Gods toorn, waarop de definitieve
ondergang van het wereldrijk van het beest volgt. Nadat het leger van de antichrist in Armageddon is verslagen
worden de occultisten die uit hun lichaam waren getreden in het dodenrijk geworpen en keren niet meer
naar hun lichaam terug, waarna hun lijken tot ontbinding overgaan. De totale chaos en paniek breken uit
in het verslagen wereldrijk van het beest en ook het grote Babylon (dat door de antichrist was overgenomen)
wordt nu volledig verwoest. Na de opname van de twee getuigen werd dit Babylon door de ziedende antichrist
en zijn handlangers overgenomen en haar valse wereldreligie werd vervangen door de aanbidding van de satan.
Nu is het echter God zelf die de restanten daarvan volledig verwoest. Dit wordt gesymboliseerd door een
aardbeving die alle voorgaande overtreft. Wijzelf leven momenteel in een tijd waarin er ook een aardbeving
plaatsvindt (zie hierboven) die grote veranderingen tot gevolg heeft maar deze laatste aardbeving is allesvernietigend.
In Openb. 17:1-19:5 wordt de ondergang van Babylon uitgebreid beschreven.
De wegvluchtende eilanden en bergen zijn duivelse geesten die moeten wijken voor Gods toorn. Ook de ontstellend zware hagelstenen die op de aardbewoners neerstorten zijn demonen die hun toevlucht zoeken in de mensen. Deze goddelozen worden dus bezet door deze boze geesten die daarmee proberen om hun lot te ontlopen. Dat is echter vergeefs want ook zij worden in het dodenrijk geworpen, zeer waarschijnlijk samen met de mensen die zij bezet hebben. |
| |
Het duizend-jarige vrederijk vangt aan (Openb. 20:1-6). De satan wordt na Armageddon voor duizend jaar in de afgrond geworpen waarna het herstel van de schepping kan beginnen. | Vervolgens wordt de satan zelf gegrepen. Hij wordt
nog niet in de poel van vuur en zwavel gegooid maar in de afgrond. Die poel van vuur en zwavel is namelijk
definitief. Daar komt niemand meer uit. In de bijbel wordt die poel genoemd: de tweede dood. Zoals in het voorgaande al even ter sprake kwam is uit het dodenrijk nog ontsnapping mogelijk (de eerste
dood). De afgrond waarin de satan wordt geworpen is een speciaal deel binnen dat dodenrijk, en deze
afgrond wordt ook wel genoemd: de bodemloze put. Daar zal de satan gedurende het nu begonnen duizendjarige
vrederijk door deze ultieme vernedering gepijnigd worden met daarbij nog het vooruitzicht op de poel van
vuur en zwavel. Op de aarde is dus ondertussen het duizendjarige vrederijk begonnen en de schepping zal
weer worden hersteld. Van de zonen Gods (die in Armageddon aan de strijd deelnamen) lezen wij in Openb.
20:4: “En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven; en
(ik zag) de zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het woord van God, en
die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op
hun hand ontvangen hadden; en zij werden weder levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren
lang”. Van Christus' zichtbare wederkomst wordt in Openbaring geen speciale melding gemaakt. Die zou kunnen plaatsvinden in Openb. 11 bij aanvang van de zevende bazuin en waar wordt gezegd: “Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde”. Vervolgens echter moet er tijdens de zeven schalen die er op volgen en tijdens de strijd in Armageddon nog afgerekend worden met de antichrist en zijn leger, wanneer de strijd duidelijk nog niet is gestreden. De tweede mogelijkheid is bij aanvang van het duizendjarige vrederijk in Openb. 20. Nadat Jezus dus met dat zooitje ongeregeld in de geestelijke wereld heeft afgerekend keert Hij terug op aarde om het werk hier verder af te maken. Bovendien lezen we over de zonen Gods in hoofdstuk 20:6: “en zij zullen met Hem als koningen heersen, die duizend jaren.” Zij zullen dus samen met (de teruggekeerde) Jezus aanwezig zijn op aarde en samen met Jezus aan het herstel van de schepping werken. |
| |
Met de satan (de oude slang) wordt voorgoed afgerekend (Openb. 20:7-10). De satan wordt een korte tijd losgelaten waarna hij voorgoed in de poel van vuur en zwavel wordt gegooid. |
Nadat de periode van herstel is voleindigd zal de satan nog een korte tijd worden losgelaten. De macht
die hij ooit bezat heeft hij niet meer. Die macht heeft hij ooit aan het beest uit de zee, de geest van
de antichrist, gegeven zoals we lezen in Openb. 13:2: “En de draak gaf
hem zijn kracht en zijn troon en grote macht.” Het beest is echter, inclusief die macht, in
de tweede dood geworpen. Waar de satan nu nog wel toe in staat is, is verleiding tot zonde. Daarmee
werd ook in de hof van Eden de mens voor het eerst tot zonde verleid. De satan is ooit begonnen met verleiding
tot zonde en dit zal ook het laatste zijn waartoe hij nog in staat is.
In Openb. 20:7-8 lezen we over deze laatste list: “En wanneer de duizend jaren voleindigd zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten, en hij zal uitgaan om de volkeren aan de vier hoeken der aarde te verleiden Gog en Magog, om hen tot de oorlog te verzamelen, en hun getal is als het zand der zee”. De verwijzing naar Gog en Magog vinden we terug in Ezechiël 38, waar in vers 9-12 tegen Gog in het land Magog, de grootvorst van Mesech en Tubal, wordt gezegd: “Dan zult gij optrekken als een opkomend onweer; gij zult zijn als een wolk die de aarde bedekt, gij met al uw krijgsbenden, en vele volken met u. Zo zegt de Here Here: Te dien dage zullen er plannen in uw hart opkomen; gij zult een boze aanslag beramen, - Gij zult zeggen: ik zal optrekken tegen een land van dorpen, een overval plegen op vreedzame lieden, die in gerustheid wonen, allen zonder muur, grendels of poorten, om buit te maken en roof te plegen, om uw hand te keren tegen de weer bewoonde puinhopen en tegen een natie die uit het gebied der volken bijeengebracht is, die have en goed heeft verworven, die op de navel der aarde woont”. De mensen die in dit stadium op de aarde leven hebben allemaal het evangelie gehoord maar hebben daarentegen geen enkele ervaring met de satan of met zijn boze geesten. Zij hebben dan ook geen verleiding tot zonde gekend door boze geesten en hebben ook geen enkele ervaring met aanvallen door boze geesten. Omdat zij wel het evangelie kennen en in een wereld zonder ellende en geweld leven, bestaat er voor hen toch geen enkele verontschuldiging voor hun zonden. De vele afvalligen die zich, net als het eerste mensenpaar, toch tot zonde laten verleiden en zich door de satan tot vijanden van God laten omvormen zullen dan ook op geen enkel begrip van de Hemelse Rechter kunnen rekenen. Merk op: deze mensen worden absoluut niet gedwongen door de satan, want dat kan hij in dit stadium niet meer. Wie dus toch gehoor geeft aan de verleiding van de satan en een vijand van God wordt doet dat door eigen ongehoorzaamheid. Er bestaat geen enkel excuus meer voor hun afvalligheid!! Wat betreft hun uiteindelijke lot lezen we daarom: “En zij kwamen op over de breedte der aarde en omsingelden de legerplaats der heiligen en de geliefde stad; en vuur daalde neder uit de hemel en verslond hen”. En de satan zelf? Die zal er voortaan heeeeeel erg warmpjes bij zitten!! Vers 10: “en de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel, waar ook het beest en de valse profeet zijn, en zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheden.” Men zou zich kunnen afvragen waarom de satan toch weer voor een korte tijd wordt losgelaten. Hoewel de bijbel op dit punt geen uitleg geeft is dit mijn eigen overtuiging: ten eerste dat God persoonlijk wil afrekenen met Zijn grootste vijand doordat de satan nu met eigen ogen kan zien dat de schepping weer is hersteld naar de situatie zoals die ooit was en dat de gevolgen van al zijn verwoestende werk en van al zijn wraakacties tegenover de Schepper zijn tenietgedaan. Dat zijn inspanningen vergeefs zijn geweest. En dat de satan daarom met die kennis en met dat besef in de poel van vuur en zwavel zal worden gesmeten. Dat besef zal zijn eeuwige lijden en ultieme vernedering alleen maar erger maken. Plus het besef dat het beter zou zijn geweest dat hij nooit tegen zijn Schepper in opstand was gekomen. Dat besef zal hem eeuwig achtervolgen en kwellen. Ten tweede maakt God nog één keer gebruik van zijn “diensten”. Als de satan verleidend rondgaat en volgelingen om zich heen verzamelt veroordelen deze afvalligen daarmee zichzelf tot de eeuwige straf. Zij hebben het bewijs voor hun afvalligheid zelf geleverd. Als in een “voorselectie” voor het eindoordeel. Uiteraard is dit mijn eigen overtuiging maar daarover mag iedereen anders denken. Het blijft voorlopig nog giswerk omdat de bijbel over het waarom van deze gebeurtenis geen verklaring geeft. |
| |
Het laatste oordeel vindt plaats (Openb. 20:11-15). Bij deze laatste “sortering” krijgt men te horen waarom men het eeuwige leven mag ingaan of waarom juist niet. |
Het eindoordeel dat nu gaat plaatsvinden is een beslissing van de Hemelse Rechter die bepaalt wat
iemands eeuwige bestemming zal zijn. Dat is in het kort de definitie van het woord oordeel. Het laatste
oordeel is overigens niet het enige oordeel. Telkens wanneer een mens sterft heeft zijn levenswandel al
bepaald wat zijn eeuwige bestemming zal zijn, óf zijn naam is geschreven in het boek des levens en
hij neemt zijn intrek bij God in de hemel óf hij wordt afgevoerd naar het dodenrijk. Tijdens
het laatste oordeel zullen de laatste (nog levende) mensen hun oordeel ontvangen. Maar ook
de gevallen engelen (= de boze geesten) over wie de apostel Judas schreef: “en dat Hij engelen,
die aan hun oorsprong ontrouw werden en hun eigen woning verlieten, voor het oordeel van de
grote dag met eeuwige banden onder donkerheid heeft bewaard gehouden” (Judas
1:6). Deze gevallen engelen zagen sidderend van angst deze dag des oordeels dichterbij komen. Ook
zij komen nu aan de beurt.....
Voor Hem die op de grote witte troon zit vluchten aarde en hemel weg. Alles wat zondig is en slecht, alle verloren zielen met hun knagende geweten, proberen als ratten in paniek aan het oordeel te ontkomen maar er valt niet aan te ontkomen. Jezus heeft als de Hemelse Rechter het laatste woord. Naar aanleiding van wat geschreven is in de boeken die worden geopend, wordt het oordeel uitgesproken. Alleen als iemands naam is geschreven in het boek des levens van het Lam volgt er vrijspraak van de eeuwige straf. De zee, de dood en het dodenrijk geven hun doden prijs. In de zee (beeld van het geestelijke/religieuze leven van de nog niet overleden zondaren) bevinden zich deze nog levende zondaren, want zelfs tijdens het duizendjarige vrederijk zullen er nog zondaren zijn die het evangelie van Jezus verwerpen. Uiteraard moet ook het dodenrijk de overledenen prijsgeven. Iedereen die vanuit het dodenrijk voor de Rechterstoel komt te staan is al reddeloos verloren. Zij krijgen van de Hemelse Rechter nog slechts te horen waarom zij zijn veroordeeld tot de eeuwige tweede dood. De woorden van Jezus zullen hen dan ook eeuwig blijven achtervolgen, samen met de verscheurende wroeging vanwege het feit dat zij ooit zo achterlijk bezig zijn geweest. Dat lezen we in Openb. 20:11-15: “En ik zag een grote witte troon en Hem, die daarop gezeten was, voor wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchtten, en geen plaats werd voor hen gevonden. En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het (boek) des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken. En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gaven de doden, die in hen waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken. En de dood en het dodenrijk werden in de poel des vuurs geworpen. Dat is de tweede dood: de poel des vuurs. En wanneer iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek des levens, werd hij geworpen in de poel des vuurs”. In Joh. 5:24 geeft Jezus een aanwijzing betreffende hen die niet in het laatste oordeel geoordeeld zullen worden: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven.” Hierbij horen de rechtvaardigen die ten tijde van het laatste oordeel nog leven (en niet meer geoordeeld hoeven worden) maar uiteraard ook zij die ondertussen al in de hemel verblijven horen daarbij. Hun namen staan in het boek des levens. Er zijn echter twee groepen mensen die in het laatste oordeel wel geoordeeld zullen worden, de doden in het dodenrijk en de nog levenden op de aarde die, aan het einde van het duizendjarige vrederijk, zelf nog geen keuze hebben gemaakt. Die keuze zal de Hemelse Rechter voor hen maken, op grond van hun (rechtvaardige) werken. Die rechtvaardige werken, of de afwezigheid daarvan, zal nu hun lot bepalen. In Matth. 25:31-46 geeft Jezus aan Zijn discipelen een beschrijving van het laatste oordeel van de dan nog levende mensen. Die begint Hij met de woorden: “Wanneer dan de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en al de engelen met Hem, dan zal Hij plaats nemen op de troon zijner heerlijkheid. En al de volken zullen voor Hem verzameld worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, zoals de herder de schapen scheidt van de bokken, en Hij zal de schapen zetten aan zijn rechterhand en de bokken aan zijn linkerhand.” Vervolgens worden deze nog levende mensen geoordeeld op grond van de barmhartigheid die zij wel of niet in hun leven hebben getoond en waarover we in Jacobus 2:13 kunnen lezen: “Want onbarmhartig zal het oordeel zijn over hem, die geen barmhartigheid bewezen heeft; barmhartigheid (echter) roemt tegen het oordeel.” In Romeinen 2:13-16 geeft Paulus op zijn geheel eigen wijze een uitleg hierover: “want niet de hoorders der wet zijn rechtvaardig bij God, maar de daders der wet zullen gerechtvaardigd worden. Wanneer toch heidenen, die de wet niet hebben, van nature doen wat de wet gebiedt, dan zijn dezen, ofschoon zonder wet, zichzelf tot wet; immers, zij tonen, dat het werk der wet in hun harten geschreven is, terwijl hun geweten medegetuigt en hun gedachten elkander onderling aanklagen of ook verontschuldigen, ten dage, dat God het in de mensen verborgene oordeelt volgens mijn evangelie, door Christus Jezus.” Zij die van nature doen wat de wet gebiedt komen aan Jezus' rechterhand te staan. Met deze wet worden niet slechts de tien geboden bedoeld maar Gods eeuwige wetten, die in onze harten staan geschreven. Zo zijn wij namelijk allemaal geschapen. Wij mensen zijn, zo lezen wij in Genesis 1:26-27, naar Gods beeld en gelijkenis geschapen! Daarom: geloven doen we allemaal. Niemand uitgezonderd. Op grond van wat de geoordeelde mensen met die kennis hebben gedaan zullen zij door de Hemelse Rechter worden beoordeeld. “Dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen, zo lezen wij in Daniël 12:2. In het laatste oordeel komen ten slotte:
|
De nieuwe hemel en de nieuwe aarde zijn een feit (Openb. 21:1-22:5). Alle sporen van de zonde en de dood zijn voorgoed uitgewist. Ook de herinnering daaraan is uitgewist. |
In de aankondiging van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde wordt ons meegedeeld dat de zee er niet
meer is. De zee die het religieuze leven van de goddelozen voorstelde. Ongelovigen en zondaren zullen
daar niet meer zijn met hun air van vroomheid. Er is geen namaakgodsdienst meer. Wie er overigens wel
bij zullen zijn, zijn de rechtvaardigen van het Oude Testament. Over hen schreef de Hebreeënschrijver
in Hebr. 11:39-40: “Ook deze allen, hoewel door het geloof een getuigenis
aan hen gegeven is, hebben het beloofde niet verkregen, daar God iets beters met ons voor had,
zodat zij niet zonder ons tot de volmaaktheid konden komen.” Die geestelijke volwassenheid
zullen zij pas bereiken op de nieuwe aarde door toedoen van de zonen Gods. Wat zou er verder nog geschreven
kunnen worden over dit nieuwe begin? Ik denk dat het allemaal samengevat kan worden met wat Openb.
21:3-4 ons er over laat weten: “En ik hoorde een luide stem van de
troon zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken
zijn en God zelf zal bij hen zijn, en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer
zijn noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan”.
|