Engelse versie van deze site 14px  16px  17px  18px

De oorlog is nog niet voorbij. (deel 2)

In Mijn Naam zullen zij boze geesten uitdrijven.

Men zou na de op de vorige pagina opgesomde bezigheden van de boze geesten bijna gaan denken dat ze altijd en overal vrij spel hebben. Wat wij in de praktijk nogal eens blijken te vergeten is dat Jezus bij Zijn afscheid van de discipelen terecht van Zichzelf kon zeggen: “Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde” (Matth. 28:18). Van die macht mag de discipel van Jezus gebruikmaken. En dat niet alleen: het was zelfs Jezus' opdracht aan al Zijn discipelen om in Zijn Naam op te treden tegen wat Paulus opsomde in Efeze 6:12 als “de overheden, de machten, de wereldbeheersers van deze wereld in duisternis en de boze geesten in de hemelse gewesten.” Die opdracht vinden wij in Marcus 16:16-18: “Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuwe tongen zullen zij spreken, slangen zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden”.

Ik las eens over de belevenissen van een Nederlands echtpaar dat door de Gereformeerde Zendingsbond was uitgezonden naar Kenia. Vanwege de golf van moord en geweld die door Kenia raasde waren zij daar (tijdelijk) weggevlucht. Uit hun verslag bleek dat zij (naar eigen zeggen vanwege hun “westerse manier van denken”) geen echte verklaring konden vinden voor het moorddadige gedrag van al deze goddelozen. Zoiets pleegt men namelijk een “cultuurverschil” te noemen. Hun echte probleem is echter dat zij met hun Gereformeerde religie totaal geen inzicht hebben in de geestelijke wereld en in de geestelijke oorlog die zich daar afspeelt. Dat het legioenen demonen zijn die het door tovenarij en occultisme vergiftigde Kenia overheersen is voor deze Gereformeerden een verborgenheid. Deze golf van wetteloosheid in Kenia komt opvallend overeen met die in Rwanda destijds, waar overigens ook die zogenaamde “christenen” net zo fanatiek meededen aan al dergelijke gruwelen.
Er zijn daarentegen voorbeelden genoeg van zendelingen die in een vergelijkbare, levensbedreigende situatie wisten dat ze een geestelijke strijd te voeren hadden. En daarom bestraften zij in de Naam van Jezus de demonen die de plaatselijke bevolking ophitsten tegen de zendelingen die hun het evangelie brachten. Met als resultaat dat het tuig uit de hel moest wegvluchten voor de macht van Jezus Christus en er vervolgens een openheid ontstond bij de heidenen die kort daarvoor nog door haat en vijandigheid gedreven werden. Zo kan het dus ook en zo zal het beslist moeten gaan want dát is de opdracht van Jezus aan Zijn discipelen.

Wie meent dat hij zonder een kind van God te zijn, zonder een discipel van Jezus te zijn en zonder gedoopt te zijn met de Heilige geest deze geestelijke oorlog wel even kan voeren en de Naam van Jezus kan misbruiken komt echter bedrogen uit. Daarvan lezen we een sprekend voorbeeld in Hand. 19:13-16: “En ook enige van de rondreizende Joodse geestenbezweerders waagden het over hen, die zulke boze geesten hadden, de naam van de Here Jezus te noemen met de woorden: Ik bezweer u bij de Jezus, die Paulus predikt. Het waren nu zeven zonen van een zekere Skevas, een Joodse overpriester, die dit deden. Maar de boze geest antwoordde en zeide tot hen: Jezus ken ik en van Paulus weet ik maar wie zijt gij? En de mens, in wie de boze geest was, sprong op hen af, overweldigde hen tezamen en bleek zoveel sterker dan zij, dat zij zonder kleren en gewond uit dat huis moesten vluchten” (NBG 1951).
Kijk eens aan: zeven tegen één en zij hadden geen schijn van kans! Wie dus aan (een deel van) het evangelie om wat voor reden dan ook (bijvoorbeeld omdat de Gereformeerde theologie het beter denkt te weten dan God zelf) geen boodschap heeft is ongewapend en voor de boze geesten geen partij. De boze geest die deze geestenbezweerders onder handen nam wist zelfs wie Paulus was. Wie in gehoorzaamheid aan Jezus' gebod de geestelijke oorlog voert blijkt bij de demonen bekend te zijn, omdat die discipel van Jezus een tegenstander is waar zij rekening mee moeten houden. En waarom? Omdat Jezus niet voor niets zei in Lucas 10:19: “Zie, Ik heb u macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden en tegen de gehele legermacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen” (NBG 1951).

 

Hoe herkennen wij het werk van boze geesten?

Dat deze, onder de zondelast zuchtende, wereld onafgebroken te lijden heeft onder het vernietigende, moordende en haatzaaiende werk van de boze geesten is voor een ieder die zijn verstand de vrije ruimte geeft en vervolgens om zich heen kijkt wel duidelijk. Dat van veel “natuurrampen”, oorlogen, ziekten, epidemieën en een stortvloed aan andere ellende de oorzaak zich in de geestelijke wereld bevindt heb ik hierboven al benadrukt.
Wij worden dagelijks zelfs zo vaak geconfronteerd met gebeurtenissen waarachter zich demonen schuilhouden dat menig kind van God dat van huis uit slechts is grootgebracht met zijn gereformeerde, hervormde of vergelijkbare religie zich wild zou schrikken wanneer deze demonen ook maar een paar tellen net zo goed zichtbaar zouden zijn als de bliksemflitsen tijdens een onweersbui. Binnen de traditionele kerken, die zich met hun “leer der vaderen” binnen het geestelijke Babylon bevinden, is men met blindheid geslagen voor de griezelige realiteit dat demonen hen geregeld omringen en observeren en iedere gelegenheid zullen aangrijpen om geestelijke schade aan te richten.
Er is dus over het werk, de werkwijzen, de plannen en de ongekende sluwheid van boze geesten zoveel te vertellen dat daarover alleen al een heel dik boek geschreven zou kunnen worden. Omdat dat voor een website een veel te uitgebreide uiteenzetting zou worden beperk ik mij tot de hoofdlijnen.
De manieren waarop boze geesten in de aanval kunnen gaan of waarachter zij zich verschuilen zijn o.a.:

  1. Als demonen hun woede willen uitleven op een discipel van Jezus zullen zij niet altijd een directe aanval inzetten maar zullen zij, zoals dit hierboven al is beschreven, ook proberen door verleiding en het laten verslappen van de waakzaamheid hun vijand (iedere discipel van Jezus is een vijand van de satan) van de smalle weg af te laten stappen.
  2. Plotseling opkomende depressieve gedachten of angstaanvallen waarvoor in de gegeven situatie juist totaal geen aanleiding of reden is te vinden.
  3. Aangevallen worden in het lichaam. Veel lichamelijke klachten en ziekten zijn een direct gevolg van aanvallen of beïnvloeding door demonen.
  4. Een zeer zware geestelijke druk waarmee wordt geprobeerd het geloof te verpletteren.
  5. Ook de “broeders en zusters” kunnen maar al te vaak een werktuig zijn dat door de boze geesten wordt ingezet om oprechte kinderen Gods het leven zwaar te maken.
  6. Uiteraard zijn ook de ongelovigen (de bijbel noemt hen: goddelozen, heidenen, vijanden van het kruis) voor de boze geesten makkelijk inzetbare werktuigen.
  7. Raadselachtige technische storingen die zich uitgerekend voordoen op die momenten dat de evangelieverkondiging er sterk door gehinderd wordt.
 

Toelichting 1. Als het er op aankomt een kind van God te verzwakken is de methode van verleiden en misleiden voor demonen de meest succesvolle. De keerzijde is dat deze manier van verzwakken weliswaar de langzaamste is maar juist daarom is het zo'n formidabel wapen dat tegen de discipel van Jezus wordt ingezet, omdat de mens van nature geneigd is om bij afwezigheid van problemen, tegenwerking en felle aanvallen te verslappen. En dat is precies waar de boze geesten op uit zijn wanneer zij met opzet een tijdlang niet in de aanval gaan en als een roofdier hun kans afwachten. Dezelfde tactiek komen we namelijk in de dierenwereld ook tegen als bijvoorbeeld leeuwen zich bij het besluipen van hun prooi schuilhouden totdat een van hun prooidieren onvoorzichtig wordt en daardoor een makkelijk doelwit is voor zijn belagers. Veel van wat wij in de natuurlijke wereld zien gebeuren is trouwens een kopie van wat zich in de geestelijke wereld afspeelt omdat de zichtbare schepping een kopie is van de onzichtbare, geestelijke wereld. Wij kunnen dus tot op zekere hoogte met onze natuurlijke ogen waarnemen hoe het er in de geestelijke wereld aan toegaat.
In Gen. 4:6-7 werd Kaïn door God gewaarschuwd voor het dreigende gevaar van verslappen: “En de Here zeide tot Kaïn: Waarom zijt gij toornig en waarom is uw gelaat betrokken? Moogt gij het niet opheffen, indien gij goed handelt? Doch indien gij niet goed handelt, ligt de zonde als een belager aan de deur, wiens begeerte naar u uitgaat, doch over wie gij moet heersen”. Kaïn liet zich niet gezeggen en het resultaat daarvan is bekend. Het is een geestelijke wet dat wanneer wij niet meer waakzaam zijn en onze aandacht wordt opgeëist door de dingen van deze wereld de boze geesten vanuit een hinderlaag zullen toeslaan. De Heilige Geest zal altijd een waarschuwing geven als de discipel van Jezus zich laat afleiden door bepaalde dingen van deze wereld waardoor zijn geestelijke weerstand afneemt. Ook de stem van ons geweten is onmisbaar, die echter maar al te vaak wordt genegeerd. Wanneer aan de waarschuwingen van de Heilige Geest geen gehoor wordt gegeven trekt Hij zich bedroefd terug met als gevolg dat de boze geesten genadeloos toeslaan. Eenmaal op dit punt aangeland is het voor het misleide kind van God vrijwel onmogelijk om zelf te herkennen dat de handlangers van de satan hem of haar op een dwaalweg hebben gestuurd. Men is dan al met geestelijke blindheid geslagen.

Houd er rekening mee dat lang niet alles waardoor de aandacht op de verkeerde manier wordt opgeëist op zichzelf slecht is. De boze geesten zullen zich gegarandeerd inspannen om de aandacht vast te houden met “nuttige” bezigheden. Juist omdat die zo nuttig en belangrijk lijken te zijn, zijn veel kinderen Gods maar al te gauw geneigd er totaal geen kwaad in te zien. Zo worden massa's kinderen Gods beziggehouden met een stortvloed aan activiteiten waarvan men vast is overtuigd dat God hen heeft opgedragen daar hun tijd en energie in te steken terwijl zij slechts een sociaal evangelie dienen.
De eindeloze stroom (door boze geesten veroorzaakte) hongersnoden en tal van andere voorbeelden van menselijk leed die met veel tamtam onder onze aandacht worden gebracht slokken de aandacht op van kerkelijk Nederland, dat geen boodschap heeft aan Jezus' opdracht om het evangelie van bevrijding bekend te maken. Maar juist doordat kinderen Gods daar al eeuwenlang geen werk van hebben gemaakt leven wij nu nog in een door de satan beheerste wereld waarin de rijken en de welgestelden hele werelddelen leegplunderen. De hongersnoden en de vluchtelingenstromen die ook daar het gevolg van zijn worden vervolgens misbruikt om het “christendom” een sociaal evangelie door de strot te duwen. Deze massale afleidingsmanoeuvres hebben de demonen kunnen organiseren doordat de gehoorzaamheid aan Gods Woord is verwaarloosd. De boze geesten krijgen zo de kans om de ongehoorzame kinderen Gods te verleiden tot het heel druk bezig zijn met al deze “nuttige” en “belangrijke” zaken waarmee zij in werkelijkheid God alleen maar voor de voeten lopen. Over het dreigende gevaar van misleiding en over het toenemen daarvan in de eindtijd zei Jezus in Matth. 24:24: “...want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zó dat zij, als het mogelijk zou zijn, ook de uitverkorenen zouden misleiden”.
Zo ernstig is dus het gevaar van het verleiden en misleiden en zo machtig is dit wapen in de handen van de boze geesten. Ook door dit gevaar zal de smalle weg nog smaller worden en alleen als de discipelen van Jezus gehoorzaam blijven aan Gods Woord en aan de stem van de Heilige Geest zullen zij bewaard blijven voor afvalligheid. En zullen zij deze listen van de boze geesten tijdig kunnen herkennen.

 

Toelichting 2. Er is één ding dat altijd zal gebeuren als demonen in de aanval gaan en (tijdelijk) slagen in hun bedoelingen en dat is het verdwijnen van de blijdschap. Ook Jezus ondervond dit omdat Hij als mens was geboren en als mens bevond Hij zich op deze aarde binnen het domein van de overste van deze wereld. Toen vlak voor Zijn gevangenneming de legioenen van de satan zich rond Jeruzalem verzamelden om de Zoon van God aan het kruis tot ongehoorzaamheid te dwingen veroorzaakte dit een ongekend sterke concentratie van het demonische klimaat dat zij met zich meebrachten. Jezus voelde dit klimaat van angst en zwaarmoedigheid meer dan ooit om zich heen hangen. In dat klimaat drukte ook het besef van wat er allemaal op het spel stond zwaar op Zijn gemoed. En uiteraard waren die horden boze geesten gekomen om Jezus massaal aan te vallen. Dat Jezus daaronder leed liet Hij merken tegenover Zijn discipelen toen Hij kort voor de gevangenneming zei: “Mijn ziel is zeer bedroefd, tot stervens toe; blijf hier en waak met Mij” (Matth. 26:38).

Het overheersende klimaat in het rijk van de satan is de angst. Door angst wordt dat rijk in stand gehouden. De angst voor wraakacties en straf van demonen die hoger in de rangorde staan zal iedere demon voortdurend dwingen om aan de verwachtingen te voldoen die van hogerhand zijn opgelegd. Ook zal de angst voor verraad van andere demonen hen dwingen om de hun opgedragen taken naar verwachting uit te voeren. In de natuurlijke wereld komt ditzelfde systeem (van angst en een afgedwongen kadaverdiscipline) ook voor in met name de talloze dictaturen die deze wereld al heeft gekend. Een buitenstaander kan zich erover verbazen dat in een dergelijke situatie één man het met zijn grote mond voor elkaar krijgt om een heel volk aan zijn wil te onderwerpen. De “truc” is echter heel simpel: zorg dat iedereen bang is voor iedereen en vervolgens zal iedereen uit angst voor verraad door de anderen (of uit angst voor de waarschijnlijkheid dat alle anderen wel trouw blijven aan de dictator) precies doen wat van hem of haar verwacht wordt. De realiteit kan daarentegen zijn dat vrijwel iedereen de heerser in kwestie het liefst meteen zou willen doden terwijl men dat niet van elkaar weet. Dit nu is het principe van “verdeel en heers”. Zodra men echter de moed kan opbrengen om medestanders te zoeken en om eendrachtig een front te vormen tegen de despoot in kwestie heeft deze zijn langste tijd gehad. Ook hiervan zijn diverse voorbeelden bekend.
Er is in het rijk van de satan absoluut niets dat samenbindt. Er bestaat dus geen liefde en daarom haten boze geesten elkaar en hebben zij alleen het eigen belang op het oog. En waar geen liefde is (die zichzelf niet zoekt) is het alleen de allesoverheersende angst voor straf en wraakacties die dat hele machtssysteem nog bij elkaar kan houden. Over dit principe van angst voor de straf schreef de apostel Johannes in 1 Joh. 4:18: “Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit want de vrees houdt verband met straf en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde” (NBG 1951).

Wie wel volmaakt in de liefde is ervaart het klimaat van het Koninkrijk Gods. Dat is het klimaat van blijdschap, vrede en rust. Als de boze geesten in de aanval gaan en (tijdelijk) de overhand krijgen is het klimaat dat ze met zich meedragen onmiddellijk te merken. En ook al weet men verstandelijk heel goed dat de angst en/of de depressieve gedachten nergens op zijn gebaseerd, dan nog kan dit verlammende klimaat allesoverheersend aanwezig zijn. Hulp zoeken bij natuurlijk denkende mensen die geen geestelijk inzicht hebben is in een dergelijke situatie totaal zinloos. Niet voor niets schreef Paulus daarover in 1 Cor. 2:14: “Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is” (NBG 1951).
Als mensen gebonden raken en de demonen een claim op iemand hebben kunnen krijgen (bijvoorbeeld doordat men zich heeft beziggehouden met occultisme of als gevolg van een vervloeking) kunnen angst en zwaarmoedigheid langdurig zijn. Er zijn massa's kinderen Gods die in zo'n geval naar de dokter zullen vluchten. De medische maffia heeft echter, zoals te verwachten was, ondanks zijn magazijnen vol antidepressiva (= zwaar vergif) geen oplossing voor problemen waarvan de oorzaak een geestelijke is. De modale kerkganger met zijn of haar hervormde, gereformeerde of vergelijkbaar geloofje heeft er absoluut geen weet van dat hij in een dergelijke situatie te maken heeft met precies die vijanden waarover meneer de dominee geen zinnig woord weet te zeggen omdat de kennis van de geestelijke strijd al eeuwenlang uit de theologie van de arme man is weggeredeneerd.

 

Toelichting 3. Wat voor de zogenaamde “psychische problemen” opgaat is net zo goed van toepassing op veel lichamelijke kwalen. Want ook vanwege deze langdurige klachten levert men zich geregeld over aan de “genade” van de medische wetenschap, die vervolgens met een lading gifmengsels (inclusief een nog veel grotere lading schadelijke bijwerkingen) het probleem alleen maar groter maakt. Dat was te verwachten. De wereldwijde “gezondheidszorg” heeft maar weing op met gezondheid. Het gaat hier namelijk om een massamoordindustrie en staat in dienst van de satan en zijn legioenen. Er zijn, zoals hierboven al is gemeld, nogal wat kinderen Gods die hun vertrouwen liever stellen op het bedrog van deze medische en de farmaceutische maffia dan dat zij gehoorzamen aan Gods opdracht om de geestelijke strijd te voeren tegen de boze geesten die zich meer dan eens achter deze kwalen verschuilen. Wanneer men hier op wordt gewezen is aan de glazige of spottende blik al gauw te zien dat men allang betoverd is door de demonen in kwestie. Het is uiteraard niet zo dat iedere kwaal of ziekte een direct gevolg is van het werk van boze geesten. Sinds de zondeval ligt de schepping onder de vloek van de zonde en de dood. Ook het lichamelijke aftakelingsproces dat wij allemaal bij het ouder worden ondergaan is een gevolg van die vloek. Dat houdt in dat ziekten en kwalen ook een indirect gevolg zijn van deze vloek en lang niet altijd het directe gevolg zijn van de activiteiten van demonen. Daar komt nog bij dat de mens zelf zijn eigen gezondheid sterk kan beïnvloeden. Niet voor niets lezen we in Spreuken 17:22: “Een vrolijk hart bevordert de genezing, maar een verslagen geest doet het gebeente verdorren”.
Het valt me overigens telkens weer op dat aan mensen die er een ronduit wetteloze levensstijl op nahouden heel vaak is te zien dat de zonde hun uiterlijk opvallend snel aantast. Dit verschijnsel noem ik “het verlopen koppen syndroom”. Dit uit zich dan ook eerst en vooral in de zich zeer snel uitbreidende “kraaienpoten”, in een huid die veel weg heeft van een verfrommelde oude krant, in een kapot gerookte stem en in meer van dergelijke slijtageverschijnselen. Geregeld kom ik vrouwen op leeftijd tegen aan wie al van verre is te zien dat ze iedere ochtend minstens twee uur in de steigers moeten staan om de pleisterlaag te kunnen restaureren die de gevolgen van hun vijandschap tegen God moet verbergen. Ik denk nu aan die vijftigplussers die nog wanhopig proberen er minstens dertig jaar jonger uit te zien. Vergeefse moeite. Op het ontevreden gezicht is overduidelijk het besef af te lezen dat ze deze strijd aan het verliezen zijn. En dat zat er dik in. Want zolang de mens in zijn onverschilligheid tegenover zijn Schepper blijft leven en er de voorkeur aan geeft om in zonde te blijven leven zullen de boze geesten het (geestelijke) leven uit hem wegzuigen en sterft de mens uiteindelijk (of opvallend vroeg) in zijn eeuwige verlorenheid.
Kortom: de zonde vernietigt de mens, de zonde tast zijn gezondheid aan en de zonde versnelt ook aanzienlijk het lichamelijke aftakelingsproces. Dus wat heeft een mens te winnen als hij de zonde ongehinderd als koning laat heersen in zijn sterfelijke lichaam? Iets waarvoor de apostel Paulus juist waarschuwde in Rom. 6:12: “Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen....” (NBG 1951). Voor wie de zonde toch laat regeren in zijn of haar leven had Jezus deze boodschap in Lucas 9:24-25: “Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil, die zal het behouden. Want wat baat het een mens, als hij de gehele wereld wint, maar zichzelf verliest of zelf schade lijdt?" (NBG 1951). Wie zijn leven wil behouden zit namelijk nog vast aan zijn oude leven. Dat oude leven waarin de zonde als koning heerst. Wie dat niet wenst prijs te geven zal zowel geestelijk als lichamelijk schade lijden. Dat laatste uit zich o.a. in een voortsnellend aftakelingsproces. De spiegel is getuige. Het spreekt voor zich dat in een dergelijke situatie ziekten en kwalen vrij spel hebben. Ook al worden die niet direct door de aanvallen van boze geesten veroorzaakt, het zich laten beïnvloeden door deze geesten en het (als gevolg daarvan) in zonde blijven leven heeft onvermijdelijk wetteloosheid tot gevolg waardoor de vloek van de zonde de lichamelijke gezondheid aanvreet.
En mocht het dan eens gebeuren dat een evangelist in de eigen woonplaats neerstrijkt met zijn “genezingscampagne” welke op de reclameborden wordt aangekondigd met (bijvoorbeeld) de leuze: “Ga richting het wonder”, dan zullen daar gegarandeerd massa's kinderen Gods op afstuiven die met de zojuist beschreven wereldse levensstijl God dagelijks tergen. Er is in ieder geval één ding waar wij zeker van kunnen zijn: zolang deze huichelaars zich niet radicaal bekeren van hun halfslachtige houding tegenover het evangelie heeft Jezus geen boodschap aan hun ziekten en kwalen. Dat lezen wij namelijk in Jacobus 5:16: “Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt” (NBG 1951).

 

Toelichting 4. Het kan voorkomen dat de boze geesten een langdurige aanval inzetten door onze geest zwaar onder druk te zetten. Ik weet uit ervaring dat het door die geestelijke druk zelfs moeilijk kan zijn om adem te halen. Dit kan worden ervaren alsof er a.h.w. een blok beton van 1000 kilo op de borstkas drukt. Het lichaam reageert er in dat geval dan ook merkbaar op. Deze vorm van aanvallen is nogal eens een langdurige. Het is duidelijk een gewelddadige vorm van aanvallen en de ervaring heeft me geleerd dat het kan voortkomen uit wraak, nadat de boze geesten een nederlaag onder ogen hebben moeten zien of als ze om wat voor reden dan ook een poging doen om de discipel van Jezus ten val te brengen. In de gemeente waarin ik destijds opgroeide kon het gebeuren dat men naar voren kwam om voorbede en hulp te ontvangen. Natuurlijk is het op zichzelf helemaal bijbels om daar in de eigen gemeente voor te laten bidden. Zoals te verwachten was kan echter de neiging om ook vanwege de geringste tegenwerking vanuit de geestelijke wereld al naar voren te vliegen snel tot een gewoonte worden. Dat ontaardt dus in een massaal wegvluchten van het lijden om Christus' wil. Zelf zei Jezus daarentegen over Zijn lijdenstijd in Joh. 12:27: “Nu is mijn ziel ontroerd, en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit deze ure! Maar hiertoe ben Ik in deze ure gekomen” (NBG 1951). Jezus zei hier feitelijk: “Het is de wil van de Vader dat ik hier doorheen ga en daarom vlucht ik er niet voor weg”. Datzelfde probeerde ook de apostel Petrus aan zijn lezers over te brengen toen hij schreef in 1 Petr. 4:12-13: “Geliefden, laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds overkwame. Integendeel, verblijdt u naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus opdat gij u ook met vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring zijner heerlijkheid” (NBG 1951).
Er kunnen dus tijden zijn dat wij die vuurgloed van beproevingen over ons heen moeten laten komen zonder dat wij in een samenkomst voortdurend naar voren vliegen voor een uitweg. Jezus gaf zelf hierin het voorbeeld en was gehoorzaam tot de dood. Ook koning David wist in zijn tijd wat benauwdheid was, zoals hij liet blijken in o.a. Psalm 138:7: “Wanneer ik wandel te midden van benauwdheid, behoudt Gij mij in het leven; tegen de toorn van mijn vijanden strekt Gij uw hand uit, en uw rechterhand verlost mij”. David kon temidden van moeilijke tijden uit ervaring getuigen dat God zelf met zijn vijanden afrekende.

Zelf heb ik me in tijden van benauwdheid meer dan eens voorgehouden wat ik las in Jesaja 50:6-11: “Mijn rug heb ik gegeven aan wie sloegen, en mijn wangen aan wie mij de baard uittrokken; mijn gelaat heb ik niet verborgen voor smadelijk speeksel. Maar de Here Here helpt mij, daarom werd ik niet te schande; daarom maakte ik mijn gelaat als een keisteen, want ik wist, dat ik niet beschaamd zou worden. Hij is nabij, die mij recht verschaft; wie wil met mij een rechtsgeding voeren? Laten wij samen naar voren treden. Wie zal mijn tegenpartij in het gericht zijn? Hij nadere tot mij. Zie, de Here Here helpt mij, wie zal mij dan schuldig verklaren? Zie, zij allen vergaan als een kleed, de mot zal ze verteren. Wie onder u vreest de Here, wie hoort naar de stem van zijn knecht? Wanneer hij in diepe duisternis wandelt, van licht beroofd, vertrouwe hij op de naam des Heren en steune op zijn God. Zie, gij allen die vuur ontsteekt, u met brandpijlen uitrust, gaat in de vlam van uw eigen vuur en onder de brandpijlen die gij aangestoken hebt. Van mijn hand overkomt u dit, in pijn zult gij neerliggen”.
Om de zware geestelijke druk te kunnen weerstaan waarmee de boze geesten ons geloof willen verpletteren en onze geestelijke weerstand willen breken hebben wij wel eens een (heel) lange adem nodig. In Hebr. 10:36 staat dat zo: “Want gij hebt volharding nodig, om, de wil van God doende, te verkrijgen hetgeen beloofd is” (NBG 1951). Als ons geloof ondanks de (langdurige) aanvallen van de boze geesten standhoudt en sterker wordt zijn we ook werkelijk in staat om te doen wat we in Ef. 6:16 in de beschrijving van de geestelijke wapenrusting lezen: “Neemt bij dit alles het schild des geloofs ter hand, waarmede gij al de brandende pijlen van de boze zult kunnen doven” (NBG 1951).

Daar zijn ze weer: die brandende pijlen die ook in Jesaja 50 als hét aanvalswapen van de vijand worden genoemd. Samengevat: door de verdrukking, die door de satan juist is bedoeld om ons geloof te vernietigen, groeit ons geloof en dankzij dat sterk geworden schild van het geloof doven wij de brandende pijlen die, bijvoorbeeld in de vorm van angstaanvallen of negatieve gedachten in wat voor vorm dan ook, op ons afgevuurd worden. Over dit door verdrukking sterk geworden geloof lezen wij vervolgens in 1 Joh. 5:3-4: “Want dit is de liefde Gods, dat wij zijn geboden bewaren. En zijn geboden zijn niet zwaar, want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft; ons geloof” (NBG 1951). Het lijkt er dus alleszins op dat de satan door zijn pogingen om de discipelen van Jezus ten val te brengen feitelijk aan precies het tegenovergestelde meewerkt. En daarmee bewerkt hij zijn eigen ondergang. Want ook dit is de wraak van God: als de satan eenmaal in de poel van vuur en zwavel zal zijn gedumpt zal hij tot in eeuwigheid knarsetandend herinnerd worden aan het feit dat hij vrijwillig aan zijn eigen nederlaag heeft meegewerkt.

 

Toelichting 5. Het zou niet mogen gebeuren maar zoals we hierboven al hebben vastgesteld was dit ooit ook al de ervaring van de apostelen. Waaronder Paulus, die hen omschreef als valse broeders (in 2 Cor. 11:26). En laat ik hierbij ook mijn eigen ervaringen niet vergeten. Ik heb het destijds zien gebeuren dat bepaalde gemeenteleden aanvankelijk nog lieten blijken op de smalle weg te wandelen maar gaandeweg veranderde het klimaat dat zij verspreidden en maakten zij zich schuldig aan rebels gedrag. Het is aangrijpend te beseffen dat deze mensen, nadat zij van het evangelie zo goed op de hoogte zijn geweest, op een dergelijke manier tot afvalligheid verleid worden terwijl je weet dat de hel barstensvol zit met mensen die ooit van het evangelie op de hoogte waren maar er geen gehoor aan wensten te geven, óf het weer de rug toekeerden. Met dramatische gevolgen. Dat beseffen zij daar beneden nu allemaal, maar een weg terug is er voor hen niet. De mens is als mens geschapen en als mens, in een lichaam wonend, zal hij een keuze moeten maken. Eenmaal gestorven, en dus dat lichaam verlaten hebbende, is de vloek van de zonde voltrokken, en is de genadetijd voor de zondaar voorgoed voorbij. Als de gemaakte keuze inhoudt dat zij (opnieuw) leringen van boze geesten achterna gaan lopen en daarmee verraad plegen aan het evangelie van verlossing geldt voor deze valse broeders (en zusters) wat we lazen in Hebr. 6:4-6: “Want het is onmogelijk om hen die eens verlicht zijn geweest, die de hemelse gave geproefd hebben en deel gekregen hebben aan de Heilige Geest, en die het goede Woord van God geproefd hebben en de krachten van de komende wereld, en die daarna afvallig worden, weer opnieuw tot bekering te brengen, omdat zij voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigen en openlijk te schande maken”.
Uiteraard zullen deze afvalligen van zichzelf geloven op de goede weg te zijn en zullen zij de schijn ophouden het gelijk aan hun kant te hebben. Maar zodra zij als gevolg van deze verleugening door boze geesten onbijbelse leringen gaan verspreiden binnen een gemeente en hen wordt daarbij een halt toegeroepen, dan komen hun ware bedoelingen en komt hun ware aard aan de oppervlakte. En niet alleen dat, ook hun inwoners (de boze geesten) verraden hun aanwezigheid als hun kwaadaardige bedoelingen ontmaskerd worden door die broeder of zuster die dankzij een werkelijk geestelijk inzicht tijdig ingrijpt. Dat kan bijzonder stevige confrontaties tot gevolg hebben. Zo heb ik het meer dan eens meegemaakt dat ik een paar vlammende ogen tegenover me zag die mij deden denken aan een uitspraak van een voorganger die een dergelijke uitbarsting van woede eens beschreef met de woorden: “Je zag ze voor de ramen zitten”. Het moge duidelijk zijn dat hij hiermee doelde op de boze geesten die zich ondertussen in de afvallige broeder of zuster hadden genesteld.
Over deze afvalligen had de apostel Petrus het volgende te melden in 2 Petr. 2:20-22: “Want indien zij, aan de bezoedelingen der wereld ontvloden door de erkentenis van de Here en Heiland Jezus Christus, toch weer erin verstrikt raken en erdoor overmeesterd worden, dan is hun laatste toestand erger dan de eerste. Het zou immers beter voor hen geweest zijn, geen kennis verkregen te hebben van de weg der gerechtigheid, dan met die kennis zich af te keren van het heilige gebod dat hun overgeleverd is. Hun is overkomen, wat een waar spreekwoord zegt: Een hond, die teruggekeerd is naar zijn uitbraaksel, of: een gewassen zeug naar de modderpoel” (NBG 1951).
Een al heel oude list die desondanks door deze afvalligen nog steeds uit de trukendoos wordt gehaald als zij door iemand met geestelijk inzicht worden ontmaskerd of als zij (stevig) worden aangepakt is de leugen dat die (bestraffende) persoon liefdeloos bezig is. Waar de boze geesten in zo'n geval listig misbruik van maken is de schijn die deze rebellen nog kunnen ophouden dat ze “toch ook een broeder of zuster zijn”. Dus wee de barbaar die zijn eigen broeder of zuster onder handen durft te nemen! Grote kans dat deze “barbaar” zijn bijbel beter heeft gelezen dan de splijtzwammen die zich zo gewillig door de hel laten gebruiken. Over dergelijke afvalligen had Judas het toen hij schreef in Judas vers 4: “Want er zijn zekere mensen binnengeslopen - reeds lang tevoren tot dit oordeel opgeschreven - goddelozen, die de genade van onze God in losbandigheid veranderen en onze enige Heerser en Here, Jezus Christus, verloochenen” (NBG 1951). Even verderop in Judas vers 10-11 wordt er met hun masker van vroomheid nog verder afgerekend: “Zij echter lasteren al wat zij niet kennen en in hetgeen zij, gelijk de redeloze wezens, van nature weten, ligt hun verderf. Wee hun, want zij zijn de weg van Kaïn opgegaan, zij zijn voor de verleiding van een Bileamsloon bezweken en door het verzet van een Korach ten onder gegaan” (NBG 1951). Zij zijn de weg van Kaïn opgegaan. Deze Kaïn bevond zich ooit op de goede weg maar ondanks Gods waarschuwing liet hij zich verleiden tot het doden van zijn eigen broer, zoals hierboven al even ter sprake is gekomen. Deze Kaïns bevinden zich nog steeds binnen de muren van veel gemeenten. Als gewillige handlangers van de boze geesten vormen zij een gevaar dat daarom hard aangepakt moet worden. Dit gebeurt echter nog veel te weinig. Het wordt dan ook hoog tijd dat kinderen Gods massaal op de knieën gaan en werkelijk ernst gaan maken met hun verborgen omgang met Gods Heilige Geest, dat zij de bijbel grondig gaan bestuderen en zo inzicht krijgen in de geestelijke wereld. Grote kans dat ze vervolgens tot de ontstellende ontdekking zullen komen dat ze door veel meer boze geesten worden geobserveerd dan ze ooit hadden vermoed.

 

Toelichting 6. Ook al ligt het voor de hand dat de onbekeerden, doordat zij het eigendom van de satan zijn, door diezelfde satan naar believen ingezet kunnen worden om de uitbreiding van Gods Koninkrijk tegen te werken, toch is het mijn eigen (ruim vijfenveertig jaar lange) ervaring geweest dat het in de meeste gevallen de “broeders en zusters” waren die de meeste spanningen, scheuringen en nog een scheepslading vol andere ellende op hun geweten hebben gehad. Dat kunnen kinderen Gods zijn die tijdelijk de weg kwijt zijn en/of een crisis in hun leven doormaken waardoor zij makkelijker dan anders door de boze geesten te beïnvloeden zijn. Als zij oprecht zijn zal de Heilige Geest hen achteraf toch weer kunnen corrigeren zodat zij de smalle weg weer terugvinden. Een heel ander verhaal wordt het als die oprechtheid is verdwenen en, zoals bij het vorige punt al is besproken, zij afvallig worden en weer in de klauwen van de satan terechtkomen. Dit zijn de afvalligen die weer gelijk zijn geworden aan de goddelozen en uiteindelijk het lot van al Gods vijanden zullen delen. Voordat er met hen zal worden afgerekend zijn deze vijanden van het kruis maar al te vaak gewillige speelballen in de handen van boze geesten waarbij zij één ding tegen zich hebben en dat is dit: door hun overduidelijke vijandigheid zijn ze makkelijk te herkennen als vijanden van God en vijanden van het evangelie. Zelfs al zullen zij met list en bedrog te werk gaan om onopgemerkt te kunnen blijven, dan nog zal hun door blinde haat gekenmerkte gedrag hen verraden. Goddeloze mensen daarentegen zullen vaak geen moeite doen om hun vijandigheid tegenover God te verbergen.
Zouden wij de talloze manieren willen opsommen waarop de goddelozen door boze geesten worden ingezet om kinderen Gods wereldwijd te vervolgen, te doden, te martelen, te bestelen, in gevangenissen te gooien enz. enz. dan wordt dit een ontstellend lange lijst. Daarom doe ik bij dezen een beroep op het voorstellingsvermogen van de lezer en beperk ik mij nu tot enkele feiten waaraan de “nieuws”diensten op deze wereld geen aandacht wensen te besteden. Omdat deze leugenbureaus, zoals te verwachten was, in dienst van de satan staan.

Één zo'n feit betreft de vervolging van kinderen Gods in landen waar de demon van de Islam het voor het zeggen heeft. Wat ik hier omschrijf als “de demon van de Islam” mag gerust letterlijk worden genomen. Het rijk van de satan is namelijk onderverdeeld in een stortvloed aan heidense religies en elke religie valt onder de verantwoordelijkheid van een demon met veel macht. Dat deze demon van de Islam zich als “Allah” laat vereren en daarom miljoenen mensen binnen deze lering van boze geesten gevangen houdt mag eigenlijk geen verbazing wekken maar gegarandeerd dat er lezers zullen zijn bij wie de haren nu recht overeind staan na dit gelezen te hebben (vooropgesteld natuurlijk dat de lezer in kwestie nog haar heeft). Op een andere pagina van deze site is aan de Islam al de nodige aandacht besteed en daarom beperk ik mij nu tot enkele opmerkelijke ontwikkelingen rond deze “religie van de angst”.
Rond de tijd dat ik deze woorden schreef waarde de angst voor de Islam door Nederland. Het was te verwachten dat als gevolg daarvan politici zich (als beroepsleugenaars) massaal in allerlei bochten zouden kronkelen om de waarheid rond deze lering van boze geesten te overschreeuwen. De aanleiding voor deze leugencampagne was de film Fitna. Een film waarin de Koran werd ontmaskerd als een boek dat aanzet tot geweld en tot een aan hysterie grenzende onverdraagzaamheid tegenover de “ongelovigen” (lees: alle niet-Moslims). Dat dit een juiste conclusie is werd overigens, mocht de lezer dit alweer vergeten zijn, weer eens bevestigd toen ten tijde van alle opwinding rond de Deense cartoons massa's op wraak beluste Moslims plunderend, brandstichtend en rovend door de straten van Europa trokken. Wie daar in Nederland de aandacht op durft te vestigen ziet bijna een heel volk tegenover zich staan en dat allemaal omdat hij de moed heeft om de zondvloed van Moslims aan de kaak te stellen, die doelbewust en dus met medeweten van de corrupte Europese politici ook Nederland overstroomt. In opdracht van de overste van deze wereld, en dat is nu nog de satan hemzelve.

 

Dit alles heeft in ieder geval weer eens overduidelijk gemaakt dat er een geestelijke oorlog aan de gang is. Een oorlog die wordt aangevoerd door boze geesten die door middel van een demonische religie de restanten van het “christendom” in Nederland willen uitroeien. En niet alleen dat maar vooral om ook te kunnen afrekenen met de discipelen van Jezus die in Nederland leven. Je moet het maar doorhebben. En laat het nou juist niet de bedoeling zijn van de demonen die deze zondvloed op gang hebben gebracht dat de kinderen Gods dit complot doorzien!! Zo kwam ik al een aantal berichten tegen waarin door het monsterverbond van Protestantse kerken in Nederland werd aangemoedigd om voor de Moslims in de bres te springen. Men is met blindheid geslagen voor de werkelijke aard van een religie die in één zin kan worden samengevat, en wel deze: “De Islam is niet een op zichzelf staande religie maar een militair systeem dat een religie van de angst toepast om een kadaverdiscipline af te dwingen”. Een militair systeem! En wee de Moslim die zich bekeert tot Jezus Christus. Die wordt, geheel volgens de regels van een militair systeem, als deserteur behandeld en voor de “krijgsraad” gesleept. Dat die krijgsraad meer dan eens de eigen familie blijkt te zijn wordt door de corrupte politiek in Nederland huichelachtig verzwegen. Die eigen familie blijkt er vervolgens geen enkele moeite mee te hebben om de “deserteur” te doden. Geheel volgens het regiem van de kadaverdiscipline zoals dat door de boze geesten in stand wordt gehouden.
Het lawaai van leugenachtige politici die om het hardst krijsten dat de meeste Moslims geen terroristen zijn, is nog zo'n misleiding die hen door dezelfde boze geesten in de mond is gelegd. Want wat er wordt verzwegen is dat mensen die onder de vloek van de Islam (en dus onder de vloek van de boze geesten) leven door diezelfde boze geesten naar believen in een handomdraai geactiveerd kunnen worden, dus ook die grote massa zogenaamd “gematigde” Moslims die nu nog op stand-by staan maar ondertussen wel achter de hand worden gehouden! Als een leger reservisten. Wanneer dat gebeurt is het resultaat een krijsende, tierende en wraakzuchtige menigte wilden die letterlijk als bezetenen tekeergaan. Alleen een radicale bekering tot de Schepper van deze wereld, Jezus Christus, kan deze zondaren verlossen van hun overheersers: de demonen die hun gedachten beheersen. Al het gekronkel van o.a. de leugenachtige politici heeft in ieder geval weer eens één ding bevestigd en dat is wat de apostel Paulus schreef over de ongelovigen wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen!!

Dat deze lering van boze geesten aan miljoenen mensen al vanaf hun geboorte een op haat en angst gebaseerde religie opdringt, waar niemand van hen om heeft gevraagd, is nog zo'n feit waar de meerderheid van de ook met geestelijke blindheid geslagen christenen in Nederland over zwijgt als het graf. En wanneer deze blinde christenen wel spreken is het slechts een stem uit dat graf. Want wat het dramatisch uitgeholde evangelie van het geestelijk dode, christelijke Nederland wel voortbrengt is de steeds vaker gehoorde demonische misleiding dat de “God van de christenen” en de Allah van de Islam dezelfde god zijn. Het geestelijke Babylon laat hier weer eens van zich horen en waar dat gebeurt wordt een beerput vol ongerechtigheid opengetrokken. De gruwelijke realiteit is daarentegen dat al die miljoenen Moslims, zonder dat zij Jezus Christus als hun Verlosser willen aannemen, gedoemd zijn om door de demonen die hen gevangen houden naar de eeuwige verlorenheid meegesleurd te worden. Omdat zij leven in de situatie waaraan de apostel Paulus zijn lezers herinnerde toen hij in 1 Cor. 12:2 schreef: “Gij weet, dat gij, toen gij nog heidenen waart, u blindelings naar de stomme afgoden liet heendrijven” (NBG 1951).

Wat ons daarom bezig hoort te houden is in de eerste plaats het besef dat er miljoenen Moslims zijn die aan de rand van een bodemloze afgrond staan en gedoemd zijn daarin te worden meegesleurd als zij niet willen erkennen dat zij zich tot een stomme (zichzelf Allah noemende) afgod hebben laten heendrijven. Een afgod dus waar een hele dikke demon achter schuilgaat. Om die reden is het ook voor de discipelen van Jezus in Nederland belangrijk iedere gelegenheid die zich voordoet aan te grijpen om deze verlorenen het evangelie te brengen. Daarnaast zullen we moeten beseffen dat de Islam een leger is dat in dienst staat van boze geesten met o.a. het doel de kinderen Gods om te brengen. Zullen hun plannen ook lukken? Dat is nog zeer de vraag. Er zijn vele plannen geweest die door boze geesten uitgevoerd zouden worden maar die door Gods ingrijpen en met behulp van engelen niet konden worden uitgevoerd. Want er is maar Één die alle macht heeft in de hemel en op deze aarde en dat is Jezus Christus. En dat niet alleen: Hij heeft ook een zeer groot leger engelen tot Zijn beschikking. Die engelen zijn voortdurend in gevecht met de boze geesten. Dus ook al laten de boze geesten de ongelovige mensen het vuile werk opknappen, de discipelen van Jezus staan er niet alleen voor. En zelfs daar waar zij zelf niet kunnen komen is de Heilige Geest bezig een werk te doen, waardoor er in diverse Moslim landen (zonder tussenkomst van mensen) opvallend veel Moslims tot bekering komen. Waarbij niet zelden Jezus zelf lijfelijk aan hen verschijnt. Dit is trouwens nog zo'n feit dat door de dienaren van de satan angstvallig wordt verzwegen omdat dit een gruwelijke nederlaag is voor de horden boze geesten die voortdurend bezig zijn de Moslims in hun macht te houden. Vergeefse moeite. De natuurlijke wapens van geweld en onderdrukking, van wreedheid en moord zijn voor de Schepper van deze wereld geen partij. Ook iedere goddeloze die met dergelijke middelen een aanval doet op de discipelen van Jezus zal er achter komen hoe waar het is wat David, vlak voordat hij de reus Goliath versloeg, tegenover deze Filistijn beleed in 1 Samuël 17:47: “En deze gehele menigte wete, dat de Here niet verlost door zwaard en speer. Want de strijd is des Heren en Hij geeft u in onze macht”. Slechts enkele ogenblikken later was deze goddeloze reus dood.

 

Toelichting 7. Van de gewelddadige aanvallen zijn de aanvallen die op de eigen persoon zijn gericht het makkelijkst te onderscheiden en is de aanwezigheid van de demonen onmiskenbaar. Minder voor de hand liggend zijn technische storingen omdat men aanvankelijk nog geneigd is te denken dat demonen daar geen macht over hebben. De ervaring heeft me ondertussen wel geleerd dat vooral de apparatuur die werd gebruikt voor de evangelieverkondiging het nogal eens liet afweten. Omdat storingen nooit voor 100% uitgesloten kunnen worden lijkt het aannemelijk dat het ook in zo'n geval slechts stom toeval is. Echter.... wanneer het veroorzaakte oponthoud op een uitzonderlijk ongelegen moment optreedt waardoor de evangelieverkondiging sterk gehinderd wordt en onze geest zich als reactie daarop in een heilige verbolgenheid verheft, ook vanwege het begeleidende demonische klimaat van verzet tegen het werk voor Gods Koninkrijk, dan zijn het gegarandeerd de handlangers van de satan die de tegenaanval hebben ingezet. En is de oorzaak van de technische storing een geestelijke oorzaak.
Dit kan ook het gevolg zijn van een vloek die is uitgesproken door een persoon die zich bezighoudt met occultisme en toverij. Deze beïnvloeding vanuit de geestelijke wereld is mogelijk doordat de natuurlijke wereld onderworpen is aan de geestelijke wereld. De natuurlijke wereld is namelijk voortgekomen uit die geestelijke, bovennatuurlijke wereld. Alle materie waaruit de natuurlijke wereld is opgebouwd wordt in stand gehouden door bovennatuurlijke wetten. Het is zelfs zo dat materie uit energie blijkt te bestaan. Ook die energie is bovennatuurlijk. Mensen die door tovenarij en occultisme een verbond met de boze geesten hebben gesloten, hebben zich daardoor in de eerste plaats onderworpen aan die boze geesten. Uiteraard vinden zijzelf dat ze er door die bovennatuurlijke krachten alleen maar beter van zijn geworden terwijl de keiharde realiteit is dat zij zichzelf aan de macht van de demonen hebben onderworpen in ruil voor occulte krachten. Een ruilhandel met de duivel loopt altijd slecht af en daarvan kunnen al vele miljoenen occultisten getuigen die na hun dood door diezelfde geesten met wie zij een “verbond” hadden gesloten naar het dodenrijk werden meegesleurd. Zij zouden zich nu maar al te graag willen bekeren maar beseffen eveneens dat ze daar de kans niet meer voor krijgen en dus voor eeuwig verloren zijn. Het resultaat in deze natuurlijke wereld is in ieder geval dat ook een vloek, door dergelijke occulte griezels uitgesproken, over voorwerpen effect kunnen hebben. En dit zullen zij zeker niet nalaten als dat apparatuur of andere hulpmiddelen betreft die voor de verkondiging van het evangelie worden gebruikt. Wat uiteraard niet wegneemt dat er ook om tal van andere redenen door deze tovenaars gebruik wordt gemaakt van hun bovennatuurlijke, demonische macht. Uiteindelijk zullen al deze vervloekte mensen, levend onder de vloek van de boze geesten met wie zij een verbond hadden gesloten (in het geval zij zich daarvan niet hebben bekeerd) de eeuwige vloek ondergaan. Het zich bezighouden met occulte zaken wordt in de bijbel bijzonder hard veroordeeld. In 1 Samuël 15:22-23 wordt de ongehoorzame koning Saul door de oude Samuël veroordeeld om zijn weerspannigheid. In de knetterende veroordeling die Samuël uitsprak vergeleek hij ongehoorzaamheid en weerspannigheid met toverij en, de al net zo occulte, afgoderij. Occultisme en afgoderij zijn de zwaarste zonden die een mens kan begaan omdat het de mens rechtstreeks verbindt met en hem onderwerpt aan de boze geesten. Ongehoorzaamheid wordt door God als een net zo grote zonde gezien en dat werd hier door Samuël tegenover de ongehoorzame koning Saul als volgt onder woorden gebracht: “Heeft de Here evenzeer welgevallen aan brandoffers en slachtoffers als aan horen naar des Heren stem? Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffers, luisteren beter dan het vette der rammen. Voorwaar, weerspannigheid is zonde der toverij en ongezeglijkheid is afgoderij en dienen van terafim. Omdat gij het woord des Heren verworpen hebt, heeft Hij u verworpen, zodat gij geen koning meer zult zijn”. Ongehoorzaamheid aan God maakt de mens namelijk gehoorzaam aan de satan. En wie gehoorzaam is aan de satan onderwerpt zich aan hem, zoals ook alle tovenaars en occultisten dat doen. Ook bij de eerste zonde in de hof van Eden onderwierp de mens zich door ongehoorzaamheid aan de macht van de satan. Daarom was het door Jezus' offer van gehoorzaamheid dat de macht van de satan werd gebroken. Tegenover de ongehoorzaamheid van de eerste Adam stond de gehoorzaamheid van de tweede Adam: Jezus Christus. Dit is precies waar de apostel Paulus de aandacht op vestigt in Rom. 5:18-19: “Derhalve, gelijk het door een daad van overtreding voor alle mensen tot veroordeling gekomen is, zo komt het ook door een daad van gerechtigheid voor alle mensen tot rechtvaardiging ten leven. Want, gelijk door de ongehoorzaamheid van een mens zeer velen zondaren geworden zijn, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van een zeer velen rechtvaardigen worden” (NBG 1951).
Maar zolang de satan nog de overste van deze wereld is zullen er ongehoorzame mensen rondlopen en of de boze geesten nu van hun diensten gebruikmaken of dat zij zelf hun bovennatuurlijke krachten in de strijd werpen voor het beïnvloeden en onklaar maken van apparatuur, het blijft een feit om rekening mee te houden.

 

4. Het begin van het einde.

We lazen hierboven in Lucas 10:19: “Zie, Ik heb u macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden en tegen de gehele legermacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen” (NBG 1951). Er is maar weinig anders in het evangelie van het Koninkrijk Gods dat zo massaal en hardnekkig is genegeerd door de kinderen Gods sinds de tijd van de apostelen dan juist deze opdracht van Jezus aan Zijn discipelen. Een opdracht?? Absoluut! Dit was namelijk niet slechts een terloopse mededeling maar een opdracht aan de twaalf discipelen van Jezus én aan iedere andere discipel sindsdien. Een opdracht om hardhandig op te treden tegen de legers van de satan die deze wereld terroriseren. En juist daarom hebben de boze geesten zich eeuwenlang uit de naad gewerkt om de ernst en de noodzaak van deze opdracht aan de gemeente van Jezus Christus tot een vergeten geluid uit een ver verwijderd verleden te maken. Met als resultaat dat de kerken van het geestelijke Babylon de Goddelijke opdracht om een oorlog te voeren tegen de legers van de satan compleet negeren. Zoals in het voorgaande al is benadrukt is de geestelijke oorlog tegen de horden boze geesten iets waarvoor de lafhartigen met de staart tussen de poten ijlings wegvluchten. Ik heb ze zien vluchten. En toch.... is er een minderheid die wel gehoorzaam is aan het evangelie en aan de opdracht om deze oorlog aan te leren.
Hoe klein die minderheid is lazen we ook al in Matth. 7:13-15: “Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden”. Er is een sterke wil nodig om die enge poort te kunnen vinden en door te gaan en er is volharding nodig om vervolgens die smalle weg te blijven gaan. Dat deze gezindheid een zeldzaamheid is blijkt ook nog eens uit het feit dat er binnen het “christendom” een stortvloed aan valse leringen (van boze geesten), dogma's en tradities bestaat terwijl maar zelden, zeer zelden zelfs, iets valt te horen over het leger dat Jezus aan het opleiden is.
Dit is eeuwenlang uit het evangelie gefilterd en daar werd ik meer dan eens aan herinnerd door de felheid, de vijandigheid en het opvallend lompe gedrag van zogenaamde christenen die met vlammende ogen andersdenkenden nog net niet naar de strot vlogen zodra het bestaansrecht van Israël als “Gods volk” vanuit de bijbel werd weerlegd. Wat vandaag de dag voor “Israël” moet doorgaan is slechts een door de boze geesten gebruikt masker dat de aandacht moet afleiden van waar het evangelie van Jezus Christus werkelijk over gaat. De hysterische reacties van dergelijke “Israëlfanatici” maakten mij overtuigend duidelijk dat er zeer agressieve vrome leergeesten aan het woord waren. En dat was te verwachten. De satan wéét dat het leger van heiligen dat in de eindtijd onder leiding van Jezus zijn rijk zal vernietigen bezig is vorm te krijgen. In Rom. 8:16-21 wordt door Paulus over dat leger gezegd: “Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking. Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden. Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods. Want de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar om (de wil van) Hem, die haar daaraan onderworpen heeft, in hope echter, omdat ook de schepping zelf van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid zal bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods” (NBG 1951). In andere bewoordingen werd hier door Paulus gezegd: door de zondeval kwam de vloek van de zonde over deze wereld. Om te voorkomen dat dit een onomkeerbare situatie zou zijn kreeg de mens van God te horen dat hij zou moeten sterven. Al het leven op deze aarde werd dus vergankelijk. Deze vergankelijkheid zal pas weer verdwijnen nadat het rijk van de satan door toedoen van de zonen Gods zal zijn vernietigd.

Nog even terugkomend op het onderwerp “Israël”: het was de afvallige koning Salomo die de val van Israël als Gods volk inluidde. Precies zoals God dit in 1 Koningen 9:6-9 al aan koning Salomo had laten weten. De feiten zijn dat koning Salomo op latere leeftijd een afvallige werd, de afgoden van zijn vele vrouwen achterna liep, en daarmee het einde van dit volk bezegelde. Hij was er de oorzaak van dat God het volk Israël voorgoed liet vallen nadat het onze Verlosser had voortgebracht. Vandaar dat God zelf het voorhangsel in de tempel verscheurde op het moment van Jezus' sterven. De periode van de stenen tempel was voorgoed voorbij. De “geestelijke nazaten” van Salomo hebben tegen Gods wil in een nieuw “Israël” geschapen. Een Israël waarmee zij totaal andere plannen hebben dan dat zij de met geestelijke blindheid geslagen christenheid hebben wijsgemaakt. Het is me opgevallen dat vrijwel geen sterveling het nog over die dramatische miskleun van koning Salomo heeft!!

 

De kloof wordt breder.... en breder.... en breder....

Ook al bestaat het christendom nu nog uit een mengeling van aan de ene kant de oprechte kinderen Gods die de smalle weg (blijven) volgen en aan de andere kant de lafhartigen en afvalligen (die zich tot op heden nog hebben kunnen handhaven), er komt een tijd dat alle huichelachtigheid en ongehoorzaamheid genadeloos zal worden afgestraft door de horden boze geesten die als een tweede zondvloed de aarde zullen overspoelen. Waardoor uiteindelijk alleen zij overblijven en standhouden die de geestelijke oorlog hebben willen leren en de geestelijke wapenrusting dragen. Over die geestelijke scheiding wordt in Openb. 22:11 gezegd: “Wie onrecht doet, moet nog maar meer onrecht doen. En wie vuil is, moet nog maar vuiler worden. En wie rechtvaardig is, moet nog meer gerechtigheid doen. En wie heilig is, moet toenemen in heiligheid”.
Deze steeds breder wordende kloof tussen de heiligen (de zonen Gods) en de afvallige kinderen Gods zal ten slotte een onoverbrugbare kloof worden. Die kloof is hierboven al even ter sprake gekomen en omdat die zeer waarschijnlijk aan de aandacht zal zijn ontsnapt volgt hier een herhaling. Het stond te lezen in 2 Thess. 2:3: “Laat niemand u op enigerlei manier misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is, de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als god in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als god voordoet”. Onder de verpletterende geestelijke druk die door de horden boze geesten zal worden uitgeoefend zullen veel kinderen Gods tot afvalligheid komen. Zij hebben de wapenrusting te laat aangetrokken of zelfs helemaal niet. Dat werd ook in Matth. 24:10-13 door Jezus voorspeld: “En dan zullen velen ten val komen en zij zullen elkander overleveren en elkander haten. En vele valse profeten zullen opstaan en velen zullen zij verleiden. En omdat de wetsverachting toeneemt, zal de liefde van de meesten verkillen. Maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden” (NBG 1951). Die liefde was aanvankelijk bij vele kinderen Gods tot op een bepaald niveau nog wel aanwezig, zoals dat ook bij de dwaze maagden (in de bekende gelijkenis van Jezus) nog het geval was. Zij houden echter geen stand onder de druk van de boze geesten en vallen terug in de zonde en de wereld. De kloof tussen deze afvalligen en de heiligen zal dan ook alleen maar breder worden totdat deze zo breed en onoverbrugbaar is geworden dat een definitieve scheiding is ontstaan tussen de heiligen en de afvalligen (die tot de mensen der wetteloosheid zijn verworden). Deze afval is vandaag de dag al duidelijk zichtbaar. In het voorgaande is daar al het nodige over geschreven.

 

De les van de gelijkenissen.

Dit proces van afval werd door Jezus in de gelijkenis van het onkruid in de akker samengevat. In Matth. 13 vinden we die gelijkenis. Op de vraag van zijn slaven hoe het komt dat er onkruid in de akker is gezaaid en samen met het goede graan opgroeit antwoordt de eigenaar van de akker: “Dat heeft een vijandig mens gedaan. De slaven zeiden tot hem: Wilt gij dan, dat wij het bijeenhalen? Hij zeide: Neen, want bij het bijeenhalen van het onkruid zoudt gij tevens het koren kunnen uittrekken. Laat beide samen opgroeien tot de oogst. En in de oogsttijd zal ik tot de maaiers zeggen: Haalt eerst het onkruid bijeen en bindt het in bossen om het te verbranden, maar brengt het koren bijeen in mijn schuur” (NBG 1951). Even verderop geeft Jezus aan Zijn discipelen de uitleg hiervan en die besluit Hij met de woorden: “De Zoon des mensen zal zijn engelen uitzenden en zij zullen uit zijn Koninkrijk verzamelen al wat tot zonde verleidt en hen, die de ongerechtigheid bedrijven, en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal het geween zijn en het tandengeknars”. Voordat het zover is zal het proces van heiligmaking afgerond moeten zijn. Zolang dat proces nog gaande is zal een deel daarvan bestaan uit het aanleren van de geestelijke strijd. Die strijd hoeft de discipel van Jezus niet op te zoeken want die strijd zal hem of haar wel vinden. Wat de boze geesten kunnen uitrichten en hoe zij tekeer kunnen gaan is hierboven al redelijk uitgebreid aan de orde geweest. En daarmee is een indruk gegeven van wat de discipel van Jezus te verduren kan krijgen. Dat is alles bij elkaar niet iets wat veel mensen tot het einde toe vol kunnen houden.
De meelopers zullen afvallen, zoals dit al in Daniël 11:33-35 door de engel werd voorzegd tegenover de profeet Daniël: “En de verstandigen onder het volk zullen velen tot inzicht brengen, maar zij zullen een tijdlang struikelen door zwaard en vuur, door gevangenschap en beroving. Doch, terwijl zij struikelen, zullen zij een kleine hulp vinden; dan zullen velen zich in huichelachtigheid bij hen aansluiten. Sommige van de verstandigen zullen struikelen, opdat er onder hen loutering, schifting en zuivering teweeggebracht worde, tot aan de eindtijd; want deze toeft nog tot de vastgestelde tijd”. Er zijn er dus die zichzelf jarenlang huichelachtig rekenen tot de verstandigen maar hun bedrog en huichelarij zal door de boze geesten genadeloos afgestraft worden. Dergelijke mensen heb ik ooit zelf gekend en in het geval zij jarenlang een deel van je leven zijn geweest komt het hard aan als uiteindelijk blijkt dat zij leringen van boze geesten achterna zijn gaan lopen, zoals dit aan Daniël al werd voorzegd. In Matth. 13 komen we verder nog de gelijkenis van de zaaier tegen. Als Jezus op een later tijdstip aan Zijn discipelen uitlegt wat Hij daarmee bedoelde te zeggen somt Hij op waardoor de meeste mensen zich van de boodschap van het evangelie afkeren. Heel belangrijke oorzaken zijn o.a.:

  1. De boze geesten roven het Woord uit het hart weg.
  2. Door verdrukking en vervolging komt men ten val en keert men weer terug naar de wereld.
  3. De zorgen van de wereld en het bedrog van de rijkdom verdringen het evangelie.
Een korte toelichting op deze drie categorieën mensen:

Over deze egoïstische houding schreef Paulus in 1 Tim. 6:10: “Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht. Door daarnaar te haken zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich met vele smarten doorboord”. Nu geloof ik dat geldzucht inderdaad de wortel van zeer veel kwaad is maar ook een feit is dat er bij de eerste zonde in de hof van Eden geen enkele stuiver betrokken was, omdat geld nog niet bestond.

 

De (tegen)aanval is de beste verdediging.

Echter.... wat ook maar de oorzaak is waardoor een mens tot zonde kan komen, de hierop volgende waarschuwing van Paulus in 1 Tim. 6:11-12 geeft beslist een absolute voorwaarde weer voor iedere discipel van Jezus om met de heiliging ernst te kunnen maken: “Gij daarentegen, o mens Gods, ontvlucht deze dingen, doch jaag naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtzinnigheid. Strijd de goede strijd des geloofs, grijp het eeuwige leven, waartoe gij geroepen zijt en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen” (NBG 1951). Alleen door het ontvluchten van alles dat voor God een gruwel is kan de levensheiliging plaatsvinden. De gehoorzaamheid aan Gods Woord is daarbij een absolute noodzaak. En laat nu juist op dit punt het “christendom” tot in alle hoeken en gaten dramatisch gefaald hebben, met schrikbarende gevolgen! Zodat in Openb. 18:2 dit geestelijke Babylon zelfs “een woonplaats van duivelen, een schuilplaats van alle onreine geesten en een schuilplaats van alle onrein en verfoeid gevogelte” wordt genoemd. Hoe heeft dit zover kunnen komen? Door de ongehoorzaamheid aan Gods Woord. Dat geeft de satan namelijk vrij spel. Hierover is in het voorgaande al het nodige gezegd.
De beste tegenaanval waardoor (uiteindelijk) het rijk van de satan zal worden vernietigd én waardoor er persoonlijke overwinningen behaald kunnen worden is daarom in de allereerste plaats: gehoorzaamheid aan Gods Woord, gehoorzaamheid aan het evangelie van Jezus en gehoorzaamheid aan de aanwijzingen van Gods Heilige Geest.

Zo simpel is het dus. Had je hier een uitgebreide uiteenzetting verwacht met een vracht aan regels, voorwaarden, handigheidjes, tips en dergelijke? Nee, zo ingewikkeld is het evangelie niet. De boodschap van verlossing is eenvoudig, zelfs zo eenvoudig dat de meeste zondaren (inclusief zij die zichzelf wetenschappers noemen) er hun neus voor ophalen. De strijd tegen de handlangers van de satan vereist geen ingewikkelde formules, geen zware studie en geen waslijst aan voorwaarden. Wie gewoon gehoorzaam is aan Gods Woord en daar niet van afwijkt zal de aanvallen van de boze geesten (zoals die bijvoorbeeld hierboven zijn beschreven), hoe subtiel die ook mogen zijn, leren herkennen. Wie zo bezig is zal ook ervaren dat het Gods Heilige Geest is die ons onderwijst, ons wijsheid geeft en ons waar nodig waarschuwt. Want dat was waar Jezus op doelde toen Hij aan Zijn discipelen beloofde in Joh. 16:12: “Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen” (NBG 1951). Wie dus aan Jezus' simpele voorwaarden wil voldoen en gehoorzaam blijft aan Gods Woord, wie luistert naar de vermaningen, de waarschuwingen en de raad van de Heilige Geest die zal zijn geestelijke wapenrusting steeds beter leren gebruiken, die zal ook leren om in de Naam van Jezus in de tegenaanval te gaan, de boze geesten te binden, te bestraffen en/of uit te drijven en zal steeds verder buiten het bereik van zijn geestelijke vijanden geraken. Zodat hij of zij ook zal kunnen getuigen wat Jezus van Zichzelf kon zeggen in Joh. 14:30: “....want de vorst van deze wereld komt en heeft geen macht over Mij”.

 

Wat zegt de bijbel ook alweer?

Om aan alle lanterfanters, meelopers, huichelaars (en aan al die anderen die God met hun bedrieglijke vroomheid getergd hebben) nog weer even duidelijk te maken waar het evangelie over gaat, laat ik hier de bijbel zelf maar aan het woord (de nu volgende teksten zijn uit de NBG 1951 overgenomen en komen overeen met die in de Statenvertaling).

Dit is slechts een greep uit wat de bijbel ons hierover heeft te zeggen. En ook al is de boodschap duidelijk genoeg, toch is.... (ik benadrukte dit bovenaan deze pagina al, maar ik herhaal het toch maar even) ....verreweg het grootste deel van wat zichzelf “christendom” noemt niet van plan om de bijbel op dit punt serieus te nemen. Met een verstoktheid en een huichelachtigheid die mij vele keren heeft verbijsterd leeft men voort alsof de duivel van plastic is of slechts een vage fantasie van bijbelschrijvers die zich “teveel lieten meeslepen door de mythen van de heidense religies”. Schrijvend over zijn volksgenoten herinnerde de apostel Paulus zijn lezers aan deze geestelijke blindheid in 2 Cor. 3:14-16: “Maar hun gedachten werden verhard. Want tot heden toe blijft dezelfde bedekking over de voorlezing van het oude verbond zonder weggenomen te worden, omdat zij slechts in Christus verdwijnt. Ja, tot heden toe ligt, telkens wanneer Mozes voorgelezen wordt, een bedekking over hun hart, maar telkens wanneer iemand zich tot de Here bekeerd heeft, wordt de bedekking weggenomen” (NBG 1951).
Het zal dan ook tijd worden dat men zich bekeert van deze halfslachtigheid. En zo niet dan is Jezus' waarschuwing aan deze ongehoorzamen als volgt: “Gedenk dan, van welke hoogte gij gevallen zijt en bekeer u en doe (weder) uw eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik tot u en Ik zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, indien gij u niet bekeert” (Openb. 2:5).

 

De charismatische broodprofeten.

Dat laatste geldt zeker voor de horden charismatische christenen die maar al te makkelijk alweer een nieuwe, uit het stof der aarde opgestane, profeet achterna hollen. De meest fantastische of onheilspellende profetieën zijn door dergelijke broodprofeten al uitgesproken over deze en gene zondaar of over bepaalde steden of landen. De (omzetverhogende) “profetieën” die door deze charlatans aan de man worden gebracht hebben in ieder geval het effect dat zij de aandacht op zichzelf weten te vestigen van uitgerekend die christenen die maar amper weten waar het evangelie over gaat. Het “kijk mij eens ontzettend belangrijk zijn”-gehalte van dit soort “geestelijke generaals” toont in ieder geval aan hoe weinig ze werkelijk van het evangelie en van de geestelijke oorlog hebben begrepen. Het met veel bombarie aankondigen van alweer een stad die bevrijd zal worden van de geestelijke overheersers wekt ook telkens weer de indruk dat dit hele circus voornamelijk drijft op de kennis en kunde van een compleet leger ingehuurde marketinggoeroes. En een dergelijk leger is niet geïnteresseerd in de geestelijke oorlog. Dat leger is pas tevreden als bij vertrek de Mammon weer aan zijn trekken is gekomen en de geldbuidels dus weer stevig zijn gevuld. Ik heb begrepen dat één van deze broodprofeten ondertussen ook onze hoofdstad op de knieën dacht te krijgen maar voor zover ik weet is dat Sodom nog steeds een open riool. Dat zal het ook wel zo blijven. Allemaal veel geschreeuw dus, maar zonder inhoud. De bijbel heeft ons over het egocentrische gedrag van deze nepprofeten dit te zeggen: “Maar wie roemt, roeme in de Here; want niet wie zichzelf aanbeveelt, doch wie van de Here een aanbeveling ontvangt, heeft de proef doorstaan” (2 Cor. 10:17,18).

De ondergang van een rijk.

Door het gehoorzaam aangaan van de strijd tegen de boze geesten en door er niet voor weg te vluchten zullen de heiligen, die we in Rom. 8:16-21 al tegenkwamen, nadat zij hun heiliging hebben voltooid, hun aandeel leveren in de ondergang van het rijk van de satan. Dat zien we staan in Openb. 19:11-14: “En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard; en Hij, die daarop zat, wordt genoemd Getrouw en Waarachtig, en Hij velt vonnis en voert oorlog in gerechtigheid. En zijn ogen waren een vuurvlam en op zijn hoofd waren vele kronen en Hij droeg een geschreven naam, die niemand weet dan Hijzelf. En Hij was bekleed met een kleed, dat in bloed geverfd was, en zijn naam is genoemd: het Woord Gods. En de heerscharen, die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, gehuld in wit en smetteloos fijn linnen” (NBG 1951).
Even verderop, in de verzen 19-21, wordt het moment beschreven waarop de verzamelde boze geesten, samen met de occultisten en alle andere mensen der wetteloosheid als een groot leger afstormen op Jezus Christus en Zijn leger. Met een dramatische afloop voor al deze kinderen van de hel: “En ik zag het beest en de koningen der aarde en hun legerscharen verzameld om de oorlog te voeren tegen Hem, die op het paard zat, en tegen zijn leger. En het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet, die de tekenen voor zijn ogen gedaan had, waardoor hij hen verleidde, die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbaden; levend werden zij beiden geworpen in de poel des vuurs, die van zwavel brandt. En de overigen werden gedood met het zwaard, dat kwam uit de mond van Hem, die op het paard zat; en al de vogels werden verzadigd van hun vlees” (NBG 1951).

Zolang dit echter nog voor ons ligt is de oorlog nog niet voorbij en moeten de heiligen voor deze geestelijke oorlog opgeleid worden. Dat is niet zomaar een spoedcursusje. Het is de zwaarste opleiding op deze wereld!!

Hier kun je deel 1 lezen.

 
Spreuk:
Het evangelie is veel te ingewikkeld voor volwassenen.
Alleen een kind kan het begrijpen.
(naar Matthéüs 18:3)

P.S.
If you want to translate this page into your own language: please visit https://translate.google.com where you can choose your language.
Bronvermelding